„Om het doel niet voorbij te streven, zal in dit geval de aanval i,binnen de grenzen van het te verdedigen terreindeel (terrein- voorwerp) moeten worden gehouden (zoogenaamde tegenstoot) „en men zich daarbij moeten tevreden stellen met den binnen gedrongen vijand weer terug te werpen Resumeerende noemen onze voorschriften dus de verdediging alléén als onderdeel van een aanvallende actie. Voorts wordt de verdediging zelve actief gevoerd binnen de grenzen van het te verdediging object. In verband met deze opvatting, kennen wij dus géén verdediging van vaste fronten, géén verdediging van langdurigen aard, maar eene van korten duur, enkele uren, een enkel etmaal. De beschikbare tijd zal niet zoodanig zijn, dat in volle mate kan worden gebruik gemaakt van het voordeel dat de verdediging in het algemeen biedt n 1. het tot de grootste hoogte kunnen opvoeren van het effect der afweermiddelen. Van een ingewikkeld loopgravenstelsel, van uitgebreide oprui mingen, van bijzondere dekkingen en hindernissen zal geen sprake zijn, trouwens het daartoe benoodigde materiaal zou niet of zeer bezwaarlijk kunnen worden opgevoerd. Over het beginsel activiteit in de verdediging valt het volgende op te merken. De elementen van den strijd der Infanterie zijn het vuur en de beweging (manoeuvre)Bij de beoordeeling van de betrekkelijke waarde dezer elementen moet steeds voor oogen worden gehouden wat het doel van het gevecht is. Dit doel is het breken van's vijands gevechtskracht, hetgeen met vuur alléén niet te bereiken is De verdediger zal zich immers door gebruikmaking van dekkingen aan de uitwerking van het vuur van den aanvaller kunnen onttrekken en de aanvaller zal eerst dan meester kunnen worden van den toestand, indien hij zich naar de verdedigende stelling begeeft en den tegenstand van den verdediger door het handgemeen breekt. Omgekeerd zal de verdediger niet kunnen volstaan met een nauw keurige organisatie van zijn afwerende vuren, doch ook zijnerzijds van het element beweging moeten gebruik maken om een binnen gedrongen aanvaller met een tegenstoot weer door het handgemeen te vernietigen of terug te werpen. Hieruit volgt dus, dat waar bij den aanval de beweging het belangrijkste element is, bij de verdediging óók een krachtige toepassing van het element beweging wordt gevorderd. Deze opvatting komt overeen met de Duitsche en Engelsche meening, dat het vuur moet worden beschouwd als middel voor de beweging, terwijl de Fransche opvatting is: „L'offensive, c'est le feu qui marche, la défensive, c'est le feu qui arrête." Buiten de eigen opstelling vervolgt de verdediger alleen met vuur, dus niet te voet, om het doel d. i. het ontzeggen van het 732

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 2