bezoldiging bij ingang van het 19e dienstjaar wordt bereikt, komt dus in dat geval, gelet op de eWe-jaarlijksche verhooging, de gunstige bepaling slechts gedurende 2 a 3 jaar tot haar recht. Natuurlijk zijn er wel gunstiger gevallen aan te wijzen, maar daar tegenover staan dan even zoovele, welke minder gunstig zijn dan het hier vermelde. In ieder geval is dus in dit opzicht het voordeel, verbonden aan een overgang naar de intendance, uiterst gering, zoodat de stimulans waarvan men het meeste resultaat kan verwachten, vrijwel geheel ontbreekt. Ad. c. Het houden van een dienstrijpaard wordt niet door iedereen als een onverdeeld genoegen beschouwd, zoodat dit slechts als een individueel voordeel kan worden aangemerkt. Ad. d. De officieren der intendance kunnen slechts worden geplaatst te Weltevreden, Soerabaia, Bandoeng of Magelang, zoodat plaatsing in kleinere garnizoenen of in de buitengewesten uitgesloten is. Voor officieren met schoolgaande kinderen is dit ontegenzeggelijk een voordeel, dat gewicht in de schaal legt. Ad. e. Ook de zucht naar een verandering van werkkring kan een drijfveer vormen tot overgang naar de intendance, in het bijzonder voor den troepenofficier. Bij de werkelijk goede krachten, waaruit de aanvulling behoort plaats te hebben, zal evenwel deze stimulans in het algemeen niet zoo heel groot zijn. Men hoort wel eens de meening verkondigen, dat een slecht troepenofficier zich best als een goed intendant kan ontpoppen, doch deze meening kan door mij niet worden gedeeld. Natuurlijk is het zeer goed mogelijk, dat een officier eigenschappen heeft, waar door hij bij de intendance beter tot zijn recht komt dan bij den troep, doch iemand, die bij zijn wapen slechts matig heeft vol daan, zal als regel ook als intendant geen aanwinst blijken. Uit de vorenstaande opsomming blijkt wel, dat aan de bekoring van een overgang naar de intendance nog wel wat ontbreekt. Daarentegen heeft die overgang duidelijk sprekende schaduw zijden, welke ongetwijfeld ook buiten het korps bekend te zijn en dan lust tot overgaan sterk beïnvloeden. Hiertoe behooren in de eerste plaats de trage promotie en de onvoldoende vooruitzichten. Hoe traag dz promotie tegenwoordig bij de intendance verloopt, moge blijken uit de onderstaande vergelijking. 768

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 38