bezit of gebruik van het object aan den vijand, niet voorbij te streven. B. Het optreden van de verschillende wapens bij de verdediging. De infanterie. De vuurlinie, een strook terrein met een diepte van ongeveer 150 meter, welke strook overigens in verband met het terrein een onregelmatig beloop heeft, wordt door troepen dezer linie d. z. de voorste infanterie-sectiën ter hardnekkige verdediging ingericht. Dat beteekent dat deze sectiën, wanneer zij een grootere of kleinere open strook voor zich hebben om 's vijands aanval met vuur te kunnen breken, vastgeworteld zitten in het ferrein dat hen ter verdediging is toegewezen. Alléén in bedekte terrein- strooken kan een deel der voorste sectie mobiel optreden. Dan worden op daartoe geëigende punten (n. 1. tegenover open, licht begroeide, c.q. open te kappen plekken) karabijnmitrailleurs opgesteld met het doel den vijand met een krachtigen korten vuurstoot, onmiddellijk gevolgd door een bajonetaanval, verras send op het lijf te vallen. Maar men houde goed in het oog, dat dit mobiel optreden plaats heeft b i n n en het aan de sectie ter verdediging aangewezen terreindeel. Achter de vuurlinie worden geëchelonneerd in de diepte opgesteld de mitrailleurs, teneinde niet te spoedig buiten gevecht te worden gesteld. In een afzonderlijk hierna komend gedeelte zullen echter de mitrailleurs verder afzonderlijk worden besproken. Dan volgt een strook, waarin de compagniesreserves zich bevinden. Hiervan worden alleen de k. m. groepen zoo mogelijk in vuurdekkingen opgesteld. De k. brigades, welke zoo gedekt mogelijk, indien noodig in afwachtingsdekkingen in het terrein worden verborgen gehouden, gaan, terwijl de k. m.'s met vuur steunen tot den tegenstoot over, wanneer de vijand in de vuur linie is doorgedrongen. De compagniescommandant zal persoonlijk deze tegenstoot van de compagniesreserve, t. w. de k-brigades en alle beschikbare kara- bijndragenden d. z. de karabijndragenden der k.m. groepen, leiden. De compagniesreserves vormen met de vuurlinie de le linie. In 2e linie staan de batajonsreserves terwijl daarachter zich de regimentsreserve bevindt. Bataljons- en regimentsreserves handelen zooals in het algemeen voor reserves is aangegeven. De reserves worden steeds mobiel gehouden. Zij moeten zooveel mogelijk tegen vuur gedekt zijn. De commandanten van reserve-afdeelingen gaan na welke gevallen zich kunnen voordoen, overdenken de uitvoering en bereiden deze voor. 733

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 3