komt, is sterk in het nadeel bij een gelijkwaardigen collega, die zich tot zijn oorspronkelijken werkkring heeft bepaald. Deze stu diën doen zijn waarde als troepenofficier niet noemenswaard stijgen. Daarentegen is hij jarenlang aan den troependienst onttrokken geweest, zoodat het hem bij zijn terugkeer ongetwij feld veel moeite zal kosten een goed figuur te maken. Bovendien zal hij bij zijn terugkomst veelal met een bepaald vooroordeel bij zijn wapen worden ontvangen. Zijn poging tot overgang naar de intendance zal n. 1. als een soort desertie worden beschouwd, hetgeen hem geen goed zal doen. Een troepenofficier, die zijn einddoel, n. 1. de plaatsing bij de intendance, niet weet te bereiken, heeft zich door zijn poging daartoe dan ook vermoedelijk zeer veel schade berokkend. Ook de officieren, die de krijgskundige studiën volgen, zijn weliswaar jarenlang aan den eigenlijken troependienst onttrok ken, doch deze kunnen na afloop dier studiën hun uitgebreide theoretische vakkennis daartegenover stellen. Daardoor hebben zij, ook indien zij niet voor een plaatsing bij den Generalen Staf in aanmerking komen, een grooten voorsprong op hun col lega's, die niet op de H. K. S. zijn geweest. Het ligt derhalve voor de hand, dat de officieren der wapens bij voorkeur den minst riskanten weg zullen kiezen en liever de krijgskundige dan de intendance-studiën volgen, tenzij zij in de laatstgenoemde overwegende voordeelen kunnen zien. Blijvende verbetering is derhalve alleen te verkrijgen door het scheppen van betere voorwaarden, dus door het uitzicht stellen van grootere of nieuwe voordeelen, al dan niet gepaard aan een vermindering van de bestaande nadeelen. Dit laatste is dikwijls zeer moeilijk, aangezien bepaalde nadee len nu eenmaal onafscheidelijk, aan den overgang naar de inten dance zijn verbonden. Zoo is het laatstbesproken risico, gelegen in de beoordeeling op de H. K. S. onmogelijk weg te nemen. Ook eenige andere nadeelen, welke ik wel eens door moge lijke candidaten hoorde opperen, als o.m. de geringe kans op een zelfstandige betrekking en de weinig afwisselende werkkring, zijn niet of althans niet op afdoende wijze te ondervangen. Dit is echter een reden te meer om te streven naar verbete- teringen, welke wel bereikbaar zijn en waaronder ik in de eer ste plaats wil rangschikken een verbetering der promotie Een geselecteerd korps, waarvoor een hoogere opleiding is vereischt, mag n. m. m. in dit opzicht zeer zeker niet achterstaan bij andere wapens en diensten, waaruit de aanvulling van dat korps moet plaats hebben. Verbetering der promotie zou kunnen worden verkregen door a. een strengere selectie voor de hoogere rangen en daarmede gepaard gaande snellere afvloeiing b. een wijziging der formatie. 775

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 45