De mitrailleurs. Het optreden van de compagnie mitrailleurs onder eenhoofdig bevel bij de verdediging zal wel hooge uitzondering zijn. Gewoonlijk zal het peloton onder eenhoofdig bevel optreden. Het peloton wordt dan onder bevel van haren commandant aan een infanterie-commandant (gewoonlijk bataljonscommandant) toe gevoegd en om de vuurkracht tot het hoogste rendement te be nutten, wordt het peloton als regel niet verder gesplitst voor indeeling bij kleinere infanterie-afdeelingen. Uitzondering hierop maakt het voorkomend geval dat een sectie mitrailleurs wordt ingedeeld bij een afdeeling der gevechtsbeveiliging op de flank(en) der stelling. De mitrailleurs moeten zoodanig worden gebruikt, dat zij c. q. in vereeniging met de artillerie de beste naderings- en dekking gelegenheden des vijands onder vuur kunnen nemen en later vóór de voorste verdedigingslijn diens aanval kunnen doen ineenstorten. Respectievelijk worden vorenbedoelde vuren aangeduid met a. vuur op groote afstanden, b. vuur voor de nabijverdediging. In verband met de gegeven taak is de kennis van het voor terrein daarom van groot belang en een intensieve verkenning daarvan zoo eenigszins mogelijk zéér gewenscht. Ontbreekt de mogelijkheid tot verkenning, dan geschiedt deze volgens de kaart of door waarneming van het terrein. Hoe minder artilleriesteun, des te meer kan het aanbeveling verdienen de mitrailleurs reeds op grooteren afstand in te zetten. In dit geval vuren de mitrailleurs op de hoogere middelbare en groote afstanden. Dit is mogelijk doordat het vuur deugdelijk kan worden voorbereid en in den regel over een ruimen voor raad munitie kan worden beschikt. Bij dit vuur op grooteren afstand wordt in beginsel het vuur van meerdere sectiën uit verschillende opstellingen concentrisch op het doel vereenigd. Het vuur op grootere afstanden wordt als regel afgegeven uit afzonderlijk daartoe bestemde stellingen. Voor het later verrassend vuur op den vijand, als deze de eigen infanterie op korten afstand is genaderd is stellingverande ring noodzakelijk. Ook is het voorbereiden van meer stellingen, dan gelijktijdig kunnen worden bezet, noodig, hetgeen meerdere vrijheid geeft in het gebruik tijdens het gevecht. Dit is wat onze voorschriften omtrent het vuren op grootere afstanden zeggen. Wij zouden ten aanzien van dit gebruik nog het volgende willen opmerken. In de eerste plaats is het de zeer groote vraag of de naderende vijand op 1V2 a 2 k.m. afstand van onze stelling wel zoodanige doelen zal vertoonen, dat het groote munitieverbruik op die doelen in overeenstemming zou zijn met de te verwachten resultaten. 735

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 5