stand brengen der gewenschte verbindingen geschiedt met behulp -van koorden met stoppen, welke in de betrokken klinken worden gestoken; soms ook met behulp van drukknoppen ofhefboomen (snoerlooze centraalposten). Voor elke verbinding dienen 2 koor den. Aan het wisselbord zijn voorts inrichtingen aangebracht voor het wekken, voor het signaleeren van begin en einde van een gesprek, alsmede voor het controleeren der verbindingen. Wil b.v, abonné A spreken met abonné B, dan roept A dus eerst de centrale op door drukken op een knop of door draaien aan den inductorkruk bij het LB systeem, door afnemen van den hoorn bij het CB systeem—, geeft de telefonist het nummer van B en moet nu wachten tot de telefonist B heeft opgeroepen en A dezen in de telefoon hoort. Ook kan A den telefonist het ver langde nummer opgeven, den hoorn weer op den haak leggen en afwachten, tot de centrale hem oproept, als de gewenschte abonné B is opgekomen. Dit bespaart A tijd, daar hij nu gedu rende het oproepen van B met zijn werk kan doorgaan, een tijd, welke normaal veel zwaarder betaald wordt dan die van den telefonist. Een modern CB-toestel, uitsluitend voor intern verkeer met handbediening, is voorgesteld in fig. 3. Hierin stelt 1 de tele- microfoon voor, ook wel handapparaat of hoorn genoemd, 2 de haak, 3 het toestelhuis en 4 de dekplaat. Eventueel kan in plaats van de dekplaat 4 ook een electrische klok worden gemonteerd, welke aangesloten wordt op de centrale klokkeninstallatie. (Worden deze toestellen in automatische installaties toegepast, dan wordt de plaatjf 4 vervangen door een nummerschijf, als voorgesteld in fig. 4). Behalve het tot stand brengen der gewenschte verbindingen, kan den telefonist ook worden opgedragen het oproepen van personen met behulp van acoustische of optische signalen, alsmede het aannemen van mededeelingen, geven van algemeene inlich tingen, enz. Naast deze enkele voordeelen van het handsysteem staan echter groote nadeelen a) De goede functioneering van de installatie is geheel afhan kelijk van de kunde en oplettendheid van den dienstdoenden telefonist. b) De werkzaamheid van den telefonist is aan bepaalde dienst uren gebonden. Voor nachtdienst, ziektegevallen, verlof, enz. dient dus reservepersoneel beschikbaar te zijn. c) Elk gesprek kan door een willekeurig persoon aan het wis selbord worden afgeluisterd. d) Het tot stand brengen en weder verbreken der verbindingen kan veel tijd in beslag nemen. Dit werkt vooral storend, indien een abonné snel meerdere personen achter elkaar moet spreken. e) Voor de telefonisten moet geld worden uitgetrokken voor loon, pensioen, enz. 793

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 63