sprekenden door een bijzonder signaal kenbaar gemaakt, zoodat
onbemerkt afluisteren ook in dit geval niet mogelijk is. Er kunnen
echter ook toestellen geconstrueerd worden, waarbij onbemerkt
afluisteren wel mogelijk is; deze kunnen dienen b. v. om getuigen
te laten meeluisteren bij belangrijke telefonische gesprekken.
Ook hier bestaat de zoo belangrijke terugvraag-mogelijkheid, zoo
wel intern als met een tweeden stadsabonné; voor dit laatste is
echter de toevoeging van een schakelkastje noodig.
Dit systeem biedt voor kleine installaties zeer groote voordeelen;
voor groote wordt echter de kableering veel te duur.
2e. Installaties met aparte tusschentafel.
De tusschentafel (of wisselbord) dient nu uitsluitend voor de
verbinding naar buiten; deze inrichting staat dus naast die voor
het interne verkeer. Een aparte tusschentafel wordt toegepast,
indien het interne verkeer sterk op den voorgrond treedt; tevens
verdient het dan aanbeveling het interne verkeer automatisch te
doen plaats hebben. In het ondervolgende zal daarom rekening
gehouden worden alleen met automatische huisinstallaties. De
stadstelefonen zijn parallel geschakeld (stersysteem); bij gebruik
van gecombineerde toestellen zijn deze door aparte lijnen verbonden
zoowel met de (automatische) huiscentrale als met de tusschentafel.
A. Handtusschentafels.
a. Één-koords-tusschentafel.
De in dit wisselbord (fig. 13) binnenkomende stadslijnen ein
digen niet in een klink zooals b. v. het geval is met deabonné-
lijnen bij de reeds genoemde handwisselborden (blz. 793), doch
in een stop, zoodat voor elke verbinding slechts één koord noodig
is, waardoor de bediening zeer wordt vereenvoudigd. De stads-
toestellijnen, dat zijn dus de lijnen tusschen de stadstelefonen en
het wisselbord, eindigen wel in klinken. Voor elke stadsverbin
ding heeft men de beschikking over een omschakelaar met de
standen „rust", „afvragen" en „wekken" en 4 signaallampjes.
Daar de huisinstallatie automatisch is, zijn de abonnétoestellen
normale nummerschijfapparaten (fig. 4 en 5). Als stadstelefoon
kan gebruikt worden een apart toestel (eigendom der P.T.T.) dan
wel een gecombineerd apparaat (fig. 12). Bij toepassing van een
apart toestel voor het stadsverkeer en één voor intern is het
terugvragen veel omslachtiger, terwijl toch altijd kans bestaat, dat
de stadsabonné wat van het intern gesprek opvangt, daar de hoorn
van het stadstoestel nu niet op den haak kan liggen).
Wenscht nu een abonné een stadsgesprek te voeren, dan roept
hij den telefonist op door zijn lijnomschakelaar in den stand „stad"
te plaatsen. Op het wisselbord verschijnt dan de oproeplamp,
waarop de telefonist de stop van een vrije stadslijn plaatst in
801