welke 50 verschillende standen heeft, zoodat maximum 50 stads-
telefonen aangesloten kunnen worden, die vanaf elk der draai-
schakelaars bediend kunnen worden. Het wisselbord is overigens
voorzien van tuimelschakelaars en wel 2 per stadslijn, één met
de standen „rust „afvragen" en „verbinden"', de andere met de
standen „rust „verbreken „wachten" en „nachtverbinding";
oproep- en bezetlampen, het afvraagapparaat en een nummerschijf'
waarmede de telefonist eiken willekeurigen huisabonné kan be
reiken.
De gecombineerde stadstelefonen zijn normale vingerschijf-
toestellen, voorzien van een omschakelaar (fig. 12); de huistele
fonen zijn normale automaten (fig. 4 en 5).
Een in- en een uitgaand gesprek worden op analoge wijze
behandeld als bij de éénkoords-tusschentafel, behalve, dat nu
alleen een vrije schakelaar wordt gedraaid instede van een vrije
stadsstop in een klink gestoken bovendien geschiedt het oproepen
van den gewenschten huisabonné hier automatisch.
Een onbemerkt meeluisteren is ook hier niet mogelijk.
Een springinrichting verhindert het afbreken van een stads
gesprek zonder voorkennis van den sprekenden abonné, terwijl het
verbreken der verbinding na afloop van een gesprek automatisch
plaats heeft na het weder opleggen van den hoorn. De draaischa-
kelaars kunnen in eiken willekeurigen stand blijven staan.
Dergelijke draaischakelaar-centrales worden gebouwd voor
aansluitingen van max. 5 stadslijnen (fig. 14).
B. Half-automatische tusschentafels.
Bij deze wisselborden eindigen zoowel de stadslijnen als de
stadstoestellijnen in kiezers. De gecombineerde stadstelefonen
zijn normale vingerschijftoestellen voorzien van een lijn omscha
kelaar (fig. 12); de huistoestellen zijn volgens fig. 4 en 5. De
tusschentafel is gebouwd in den vorm van een lessenaar; het
blad is voorzien van een schakelknop voor eiken huisabonné,
de sleutels voor de stadslijnen, een nummerschijf, signaallampjes
en het afvraagapparaat.
Bij het uitgaand verkeer is de bedienende telefonist geheel
uitgeschakeld, wat vanzelfsprekend weer een zeer groot voordeel
is. Een verbinding met de stadscentrale geschiedt eenvoudig door
het opnemen van den hoorn en het omleggen van den lijnscha-
kelaar in den stand „stad"alle, voor een verbinding noodige
handelingen welke anders door den telefonist worden verricht,
geschieden nu verder geheel automatisch door de kiezers. Ook
het verbreken der verbindingen na het eindigen van een gesprek
geschiedt geheel automatisch door het weder opleggen van den
hoorn. De kiezers komen daarna in den ruststand terug.
Bij een inkomend gesprek, dat kenbaar gemaakt wordt door
het oplichten van een lamp, heeft de telefonist niets anders te
803