823 De naar het vp. det. voerende wegen met versperringen afsluiten, door alle siên aan den buitenrand van hun terrein. Verplaatsbare versperring tegen paw, (aan te brengen na passeeren paw. of op mijn last door 2e sie, vlak achter de brug over de TJI KAROde sie O. hiertoe ter besch. C. 2e sie. 7. Sie Cn verkennen rustopstellingen voor elke sie in het ter bezetting aangewezen terrein in de omgeving van mijn C. P. Cie C.., Gedicteerd aan Sie- en br. Cn van 2e en 3e sie. C. Co-groep. Schriftelijk aan C. Ie sie 1 ex. Afschrift aan Commando 1 2 ex. Toelichting. De voorpatrouille was 3 brigades (een sie) sterk, waar door het verbreken van dit tactisch verband wordt vermeden (A. T. V. 11) het verdient geen aanbeveling den commandant van de oorspronkelijke voor- patiouille voor deze bevelsuitgifte uit zijn onderdeel te halen; dit staat het dichtste bij den vijand bovendien kunnen kader en v. z. v. noodig de manschappen het gemakkelijkste op de hoogte worden gebracht van taak en toestand, nadat de taak ter beveiliging der werkzaamheden is afgeloopen. Het cieCo is een "one man job". Ëenige hulp kan de cieC. aan zijn C. Co- groep hebben, indien deze handig en voor zijn taak ten volle opgeleid is. Dan kan b.v. het achterlaten van ordonnansen, het noteeren van korte mon delinge bevelen door dezen automatisch gebeuren. Gedicteerde bevelen, wel kezooals hier ook schriftelijk uitgaan, kunnen in de noodige exem plaren verkregen worden door ontvangers te laten doorschrijven. De taak van de sectiën behoort in het bevel nauwkeurig omschreven te zijnvoor de vereischte samenwerking is het noodig in de bevoegdheden der sieCn in te grijpen v.w.b. de vuurregeling der automatische wapens (A.T. V.19, 71, vgl. G.V.I.33, 215). De C.P. van den cieC. waarbij eveneens een rustopstelling hoort wordt door de Co-groep ingericht. Wellicht lijkt het bevel velen lezers lang: toch staat er niets in wat niet al dadelijk geregeld moet worden. Overigens moet van deze gelegenheid, waar bij het kader nog grootendeels tegenwoordig kan zijn, gebruik gemaakt wor den, om dit zoo volledig mogelijk in te lichten. Het aanwijzen van wachten en piket in de opstelling van de cie is zoo lang daarin gewerkt wordt en de cie in een oogwenk gevechtsklaar is niet noodig; dit kan trouwens het beste op de plaatsen zelve geschieden, dus wanneer de cieC. zijn onderdeelen gaat controleeren. Intusschen moeten de sieCn vooral na intrekking van de beveilliging door de le sie zorgen tij dig tegen naderend gevaar gewaarschuwd te worden. Langer doorwerken dan tot 4 n. m. lijkt Kapitein C. niet wenschelijk om den troep niet te veel te vermoeien (voor de gevechtsopstellingen in den regel graafwerk tot den volgenden ochtend wacht,- patrouille- en piketdienst daarna waarschijnlijk een gevechtsdag zie ook A. T. V. 70)bovendien is aanraking met den vijand op dat uur niet onmogelijk, terwijl het voordeelen geeft, wanneer bij daglicht de rustopstellingen en de plaatsen van wachten en piket worden ingenomen en een alarmoefening wordt gehouden (A. T. V. Zie Voorhoedebevel No. 4. 1. M. T. 1931 No. 6 blz. 534.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 93