828
8. BOEKAANKONDIGING.
Van het tijdschrift voor Indische Taal-, Land- enVolkenkunde verscheen deel
LXXXI. Aflevering 1 en 2. Van de uit zuiver land- en volkenkundig oog
punt rijken inhoud noemen we als meer algemeen onderwerp een studie van
Schouten „Hoe zullen de Oost-Indische volken zich ontwikkelen? De schrij
ver behandelt hierin de vraag naar de toekomst van de Indonesische volkeren
niet in politiek, maar in geestelijk en maatschappelijk opzicht. Het is in de
eerste plaats een vraag voor den psycholoog. De schrijver stélt zich met
het opstel ten doel in het licht te stellen, dat de tijd nog niet gekomen is,
waarop een wetenschappelijk oordeel over de gaven en dus over de toe
komst van een volk van den Archipel kan worden gegeven zelfs niet van
de bewoners van Java, die het meest onderzocht zijn.
Armaments Year-book zevende jaargang. Uitgave van de Seagne of nations
Het jaarboek is wat inhoud betreft nagenoeg gelijk aan de zesde uitgave,
uiteraard met dien verstande dat de gegevens thans den toestand op 1 Maart
1931 beoogen weer te geven. De voorliggende uitgave bevat monographiëen
van 62 ndies, alzoo één meer (Egypte) dan de vorige uitgave. Ook dit
jaarboek is verdeeld in drie gedeelten. Het eerste deel heeft betrekking op
de sterkte, de organisatie en de vorming van de strijdkrachten te land en ter
zee; het tweede geeft een overzicht van de landsuitgaven ten behoeve van
de nationale verdediging, terwijl het derde deel eene statistische opsomming
bevat van de voornaamste producten en beschikbare ruwe inateiialen van
beteekenis voor de landsverdediging.
Van den schrijven mochten we voorts ontvangen „Inleiding tot de leer der
oorlogsvoering" door P. G. Mantel. Uitgave van de Koninklijke Militaire
Academie. De plaatsruimte belet ons thans een uitvoerige bespreking van
dit studiewerk te geven. Het werk is in de eerste plaats bedoeld als leerboek
voor de cadetten aan de Koninklijke Militaire Academie. De Inleiding beoogt
het bekende leerboek: „Strategie en Krijgsgeschiedenis" door M. H.J. Plan-
tenga 4de geheel omgewerkte druk door S. F. Th. Vogel en J.M.J. H. Lam-
booy, dat in 1910 verscheen, te vervangen.
Het verschil tusschen de jaartallen dezer beide uitgaven 1910 en 1931 geeft
reden te verwachten dat de inhoud in menig opzicht wijziging heeft ondergaan
al heeft de schrijver het werk van Plantenga als algemeen richtsnoer genomen.
Inderdaad draagt het werk in verschillende opzichten een zeer eigen karakter,
zoodat het ook voor de meer volleerden op strategisch gebied de moeite
loont met het werkje kennis te maken. Hier, omdat men met instemming
nieuwere toonen aangeslagen ziet, daar, omdat het gelezene zal prikkelen een
persoonlijk afwijkende opvatting of waardeering te toetsen of te verstevigen
door bestudeering van bronnen; ook dit maakt de schrijver ons gemakkelijk
door een uitvoerige literatuuropgave.
Het in twee gedeelten te onderscheiden werk telt ruim 300 bladzijden. Deel
I bevat de volgende hoofdstukken: I Aard en doel van den Oorlog; II De
middelen der Oorlogvoering; III Aanval en verdediging; IV De operatiën; V
Bijzondere oorlogshandelingen. Het tweede deel is gewijd aan Krijgsgeschied
kundige voorbeelden en bevat: I Napoleon in 1815; II Strategisch overzicht
van den oorlog 1870-71 tot en met den slag bij Sedan; III De Duilsche
oorlogsplannen na 1870, IV Tannenberg; V De Marneveldtocht 1914; VI De
veldtocht in Roemenië.
Het boekwerkje heeft zooals uit het vorenstaande reeds moge blijken ook
voor meer gevorderden, welke oude kennis eens willen opfrisschen, waarde
en zal niet teleurstellen, indien een bepaald strategisch onderwerp op een
bijeenkomst van officieren aan de orde gesteld zijnde, men zich eenigermate
strategisch wenscht te orienteeren.
C'.