den aangemaakt omdat we op vrijwel ieder gebied beschikken
over technisch geschoolde krachten die er naar snakken een kar
weitje dat in hun lijn ligt op te knappen en dat wel in de eerste
plaats voor een dergelijk goed doel.
Aan de ligging op een tandoe zijn overigens m. i. geen bezwa
ren verbonden omdat JAN tegenwoordig hier ook reeds boven op
zijn deken slaapt en niet er onder.
Handhaaft hij deze gewoonte dan houdt de deken de koude
voldoende tegen terwijl hij zich evenals nu met zijn sprei toedekt.
En als hij dan nog last van de koude mocht hebben dan schaft
hij zich wel een dun buitzakje aan.
Van de zijde van JAN bestaan tegen de hiervoor vermelde ver
anderingen geen bezwaren en ieder, die op de hoogte is met het
droevig gewicht der hier aangevoerde kwestie zal m. i. moeten
toegeven dat in deze aangelegenheid niet kan worden volstaan
met lapmiddelen, dat met voorziening geen dag langer dan nood
zakelijk mag worden gewacht en dat er ook overigens geen be
zwaren mógen bestaan.
Als van JAN een opgewekte en correcte dienstvervulling wordt
geëischt, dan moet hem dit ook mogelijk worden gemaakt door
radicale uitschakeling van deze nachtmerrie.
Als ongunstig gevolg moge nog worden gememoreerd de aan
het onophoudelijk schoonmaken der genoemde slaapfournituren
verloren tijd, die op nuttiger wijze zou kunnen worden besteed.
D z. overtuiging dat de levensomstandigheden van JAN zeer
onvoldoende zouden zijn belicht zonder aanvoering dezer belang
rijke aangelegenheid moge overigens verontschuldigen dat ook
hierover eenigszins werd uitgewijd.
Aan het einde gekomen van deze beschouwing spreek ik de hoop
uit dat anderen hierin aanleiding mogen vinden ook hun licht
over deze aangelegenheid te laten schijnen, want zij is dit ten
volle waard.
Wanneer men, zooals wij bij het Depot-Bataljon, dagelijks met
honderden jongemannen omgaat waarvan het meerendeel met de
beste voornemens, om zich een toekomst te verzekeren, is bezield,
dan beseft men van welk groot gewicht iedere maatregel is die
er toe kan leiden dat er iets goeds en degelijks van hen wordt
en die degeneratie remt en z.m. voorkomt.
En omdat het belang van JAN ook dat van het Leger is zal
de werkelijke behartiging daarvan beide partijen ten goede komen
en een stap nader kunnen bengen tot de oplossing van een moei
lijk probleem.
Aug. '31.
863