doch dat er voor dit doel hoogstens één versterkte divisie, dan
wel een divisie en een detachement van geringere sterkte beschik
baar zullen blijven.
Ook dit punt acht ik voor de regeling van den aan- en afvoer
van ingrijpend belang, want waar aldus sterkte en samenstelling
van de opereerende troepenmacht tot de meest bescheiden pro
porties zijn teruggebracht, zullen ook de in den rug van dit
legertje functionneerende diensten hiervan den terugslag
ondervinden en eveneens zoo sober mogelijk dienen te worden
opgezet en geëncadreerd.
IV. Vergelijking met andere legers.
Het is in Indië nu eenmaal te doen gebruikelijk, om alvorens
een of ander voorschrift, reglement of iets van dien aard te ont
werpen te rade te gaan bij andere uiteraard steeds grootere
legers, waar meestal de betrekkelijke materie reeds is geregeld
en waardoor men zonder veel inspanning dikwijls een waar
devolle handleiding verkrijgt voor het te verrichten werk.
Is dit ook hier aan te bevelen
Ik meen deze vraag ontkennend te moeten beantwoorden en wel
om de volgende redenen
Neemt men van de groote Europeesche legers het Fransche
als voorbeeld, dan blijkt de weermacht daar te bestaan uit eenige
legers, elk weer onderverdeeld in legerkorpsen, welke op hun
beurt weer bestaan uit enkele divisies.
Het spreekt vanzelf, dat voor de aan- en afvoer naar en van
een dergelijke troepenmacht een dienst noodig is, welke zoowel
in de breedte als in de diepte zoodanig moet zijn geëchelonneerd
dat het geen nut kan hebben, om te trachten daarin ook maar
een enkele aanknoopingspunt te vinden voor de organisatie en
werkwijze van het schriele apparaat, waaraan wij hier behoefte
hebben.
Zelfs de regeling van deze aangelegenheid voor het zooveel
kleinere Nederlandsche leger acht ik voor dit doel nog onbruik
baar.
Toevallig zegt de bewerker van het hoofdstuk „Intendance"
in het W. J. van de I. K. V. over 1929 daaromtrent het volgende
„Sedert kort is voor het Ned. leger een voorschrift etappen-
„en verkeerswezen (V. E. V. No. 47) verschenen, welk voorschrift
„in vele opzichten overeenkomt met de voor Indië geldende begin
selen op dit gebied. Zoowel de bevelsverhoudingen bij dezen
„dienst, als de taak van de verschillende onderdeelen zijn hierin
„met de meeste zorgvuldigheid uitgewerkt. Hoewel schrijver dezes
„vermeent, dat voor het Indisch leger met een minder uitgebreid
„voorschrift zal kunnen worden volstaan, zal het Nederlandsche
„voorschrift toch een waardevolle handleiding kunnen vormen bij
869