Ei gaat dus een stroom naar de krijgsmacht toe en er vanaf.
In het middelste gedeelte van de af te leggen afstand zal deze
stroom om vervoers-economische redenen zooveel mogelijk in een
enkele baan moeten worden geconcentreerd, doch aan de beide
uiteinden kan men een waaiervormig uitzwermen der aan- en
afgevoerde artikelen waarnemen, m.d.v. dat zulks aan de zijde
van het achterland soortsgewijze plaats heeft, daarentegen aan
oe zijde van den troep alle soorten door elkaar, maar onderdeels-
gewijze. Hieruit volgt, dat er dus ergens een hergroepeering der
saamgekomen artikelen zal moeten plaats hebben.
Volgt men het beeld van den geheelen aan- en afvoer van oor
sprong iot eindpunt, dan kan men nog een verandering consta-
teeren van anderen aard.
Ik heb daartoe de kenmerken van begin- en eindpunt van iiet
vervoer eens tegenover elkaar gesteld.
Beginpunt (achterland).
1.
Ver verwijderd van het oor-
Iogstooneel.
Er kan rustig worden ge
werkt, ook bij daglicht.
Vrijheid in keuze van acco
modates.
2.
Invloed operatien hier vrijwel
niet merkbaar.
Verplaatsing vrijwel uitge
sloten.
3.
Geen bezwaar tegen het op
leggen van voorraden.
4.
Economisch bedrijfsleven niet
ontwricht.
872
Eindpunt (troep).
1.
Nabijheid van het oorlogs-
tooneel.
Verstoring van geregelden
gang van zaken door aanval
len uit de lucht.
Werken bij duisternis e.a.
ongunstige omstandigheden.
Beperkte keuze van acco-
modaties.
2.
Invloed operatien direct
merkbaar.
Wijziging in omvang, ver
leggen van aanvoerlijnen.
3.
Bezwaar tegen het opleg
gen van voorraden.
4.
Handel, verkeer en nijver
heid liggen stil.