Deze oplossing verdient in het kader van de hier opgestelde,
beginselen bovendien nog de voorkeur, omdat het hoofd van den
hierin tot de kleinst mogelijke proporties teruggebrachte A.A.D.
in een geheel andere verhouding (wellicht rechtstreeks onderge
schikte) tot den commandant van de door hem bediende troepen
macht komt te staan, dan totnutoe de Directeur van het machtige
apparaat, den „Etappen en Verkeersdienst" (D.E.V.).
a d 6. Aannemende, dat in het „achterland" normale verkeers-
toestanden heerschen (zie punt 3 a) is daar voor het vervoer
naar en van het aanvangspunt A.A.D. geen militaire organisatie
noodig dus geen uitgebreide etappendirectie te Bandoeng, geen
regelingsafdeeling, geen etappendienst.
Hoewel de kwetsbare punten in de aanvoerlijnen, als spoorweg
bruggen, emplacementen e.d. evenals andere belangrijke objecten,
als fabrieken depots, e.d. tegen aanslagen uit de lucht of op den
grond zullen dienen te worden beschermd, is er overigens niet de
minste reden, om in het achterland niet op de bestaande organi
satie van de spoorwegen, e.d. te vertrouwen.
Het lijkt mij althans zeer twijfelachtig, dat inmenging van mili
taire zijde hieraan ook maar iets zou kunnen verbeteren.
Zelfs indien door vernieling van kunstwerken het vervoer zou
stagneeren, is de spoorwegdienst zelf het best in staat dit euvel
te verhelpen, al zal het altijd mogelijk blijven incidenteel mili
tairen bijstand in te roepen (bijv. van Genie).
Uiteraard zullen bijv. te Bandoeng door de verschillende dien
sten dagelijks groote hoeveelheden ten vervoer worden aangeboden.
Men late het echter veilig aan den spoorwegdienst over, deze
hoeveelheden zoo vlug mogelijk te verwerken. Hoogstens zou de
mogelijkheid moeten worden geopend, te bepalen, dat het ver
voer van dergelijke goederen den voorrang heeft.
a d 7. De taak van elk der afdeelingen zal in het voorschrift
a. en a. nader moeten worden omschreven.
V.w.b. de Intendance zou deze omschrijving in het kort hierop
neerkomen.
Eenerzijds zorgt de Intendant a.a.d. door het tijdig toezenden
van aanvragen, dat zijn voorraden op het voorgeschreven peil
worden gehouden.
Hij neemt de zendingen in ontvangst en regelt de opslag en
het beheer van deze voorraden.
Anderzijds stelt hij de dagelijks door de troepenmacht benoo-
digde verplegingsmiddelen - volgens de laatst bekende sterkte
ten vervoer gereed bijv. door het laden in de daarvoor aangewezen
spoorwagens of op vrachtauto's, e.e.a. in overleg met het hoofd
van de betrokken nevenafdeeling.
Hetzelfde geldt t.a.v. andere verplegingsmiddelen, waarvoor hem
aanvragen vanuit de troep bereiken.
879