te kwalificeeren als te staan op lager peil dan JAN, dan ben ik
het hiermede volkomen oneens.
Ieder geval en iedere verhouding zal op zich zelf dienen te
worden beoordeeld en wanneer JAN het eenmaal zoover heeft ge
bracht dat het sluiten van een huwelijk verantwoord kan worden
geacht, dan zal hij m.i. verstandig doen met niet de „pur-sang
Europeesche" vrouw uitsluitend te beschouwen als de alleen-zalig
makende.
Overigens zie ik in een voorbarig gesloten huwelijk slechts
een moeilijkheid te meer, die de oplossing van het probleem geen
stap nader brengt. Om het bijzonder groot belang van deze allerge
wichtigste aangelegenheid moet ik hierbij nog even stilstaan.
Is JAN voorbestemd om zijn positie in afzienbaren tijd niet
in die mate te zien verbeteren dat een dergelijk avontuur gemoti
veerd is, dan zou juist een huwelijk met een meisje van hier hem in
staat stellen verscheidene van de vele klippen te ontzeilen, die ieder
huwelijksbootje bedreigen. Als enkele van die ontzeilde klippen
noem ik terloops even Geen risico van niet bestand zijn tegen het
klimaat, geen last van heimwee, minder kans op te hoog gestelde
eischen, grooter handigheid in het drijven der huishouding door
meerdere bekendheid met dit land, minder behoefte aan personeel
en zoo zullen er nog wel meer gunstige factoren zijn.
Ook wil ik nog even wijzen op de baten, die dit laatste huwelijk
kan opleveren voor de Groot-Nederlandsche gedachte. Wanneer
de man na enkele jaren met zijn Indische vrouw eenigen tijd in
eigen kringen komt doorbrengen, dan zou deze gebeurtenis er
wel degelijk iets toe kunnen bijdragen om het ook daar gehoord
dwaze geschreeuw van „Los van Holland" enz. iets minder over
tuigd te doen klinken.
De bekendheid met dit land zou een weinig minder ontstellend
gering kunnen worden en integendeel een versterking der banden
kunnen beteekenen. In deze aangelegenheid zal de man evenwel
in staat blijken te zijn zelf zijn weg te kiezen wanneer het tijd
stip, waarop het besluiten tot dezen hoogst belangrijken stap,
voor hem zal zijn aangebroken en m.i. is het eerst zoover wan
neer hij door eigen kracht en inspanning de lage sport op den
maatschappelijken ladder, waarop hij zijn eersten stap zette, ver
beneden zich ziet en inmiddels is uitgegroeid van een opgeschoten
grooten jongen met al de daaraan verbonden onvolkomenheden
van karakter, kijk op het leven, wilskracht, enz! tot een man die
zich ernstig heeft voorgenomen te slagen in het leven en reeds
een eind in de goede richting op dezen weg heeft afgelegd.
Het huwelijk dient voor den nieuw-aangenomen man derhalve
vooralsnog toekomstmuziek te blijven. Zijn opvoeders kunnen de
gedachten hieraan evenwel bij hem wakker houden teneinde hem
te sterken in den strijd dien hij ongetwijfeld heeft te voeren.
In afwijking met de meening dat het beste middel om JAN
uit de kampong te houden zou zijn „de Eur. vrouw" geloof ik
845