algemeene eisch zouden wij willen stellen „Volkomen bekend
zijn met de behoeften en verlangens van het veldbataljon" In het
bijzonder willen wij wijzen op de opleiding voor het gevecht
zoowel tegen verzetslieden als tegen vreemd geweld (V. P. T. L.,'
R. I., G. V. IA. T. V.) Indien de instructeurs niet op de hoogte
zijn van veranderde beginselen en begrippen, bestaat het gevaar
dat, geheel foutief, wegens verouderde beginselen wordt opgeleid.
Ideaal zou de toestand zijn, indien officieren en kader, be&stemd
voor recruten, kort te voren bij een veldbataljon geweest zijn,
waar zij de noodige praktische ervaring hebben kunnen opdoen
en waarmede zij dan rekening houden bij de recrutenopleiding.
Verder wenschen wij als bijzondere eisch stellen: „Bekend zijn
met de psyche van den Javaan en zoo mogelijk de lavaansche
taal kunnen spreken en verstaan".
Gaan wij het een en ander ontleden, dan zal ons het volgende
blijkenb
Over het algemeen is hij bescheiden, kalm en geduldig. Luid
ruchtigheid en op opvallende wijze uiting geven van zijn gevoelens
komen weinig voor. Een gepast gevoel van eigenwaarde is bij
hem vaak moeilijk te vinden, terwijl hij niet zelden zich „klein"
voelt tegenover eiken vreemde, vooral van anderen landaard. In
zijn meerdere in maatschappelijke positie ziet hij gaarne iemand
van groote kalmte, beschaving en goede vormen. Men denke b.v.
aan de in het wajangspel bekende figuur van Ardjoena, die
nog steeds door een ieder rechtgeaard Javaan beschouwd wordt
als het ideaal van held en baas. Voorts is hij zeer aandachtig,
gewillig en volgzaam, gemakkelijk in den omgang en tevreden
van aard, moppert hij weinig en bezit hij een vrij goed bevat
tingsvermogen. Mits op de juiste wijze aangepakt, zal men niet
te klagen hebben over zijn voortvarendheid en fanatisme bij
verschillende dienstverrichtingen.
Op grond van het bovenstaande zouden o. i. officieren en kader
aan de volgende eischen moeten beantwoorden
kalm en geduldig van aard zijn,
op- en aanmerkingen niet op schreeuwerige, luidruchtige wijze
m 3. K 0 n y
het gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen van den recruut
weten aan te kweeken en te bevorderen; kleineerende uitdruk
kingen en vergelijkingen, razen, vloeken en schelden dienen
achterwege te blijven,
de noodige zelfbeheersching toonen, door ten allen tijde te
laten zien, dat men in kalmte, beschaving en goede vormen boven
den man staatanders loopt men veel kans door hem als minder
toerekenbaar te worden beschouwd.
Mogen genoemde eischen wellicht ook gelden voor officieren
en kader, bestemd voor recruten van anderen landaard, voorden
Javaan zijn zij des te klemmender, wil men verzekerd zijn van
de gunstigste voorwaarden voor de opleiding.
883