Opleiding. Volgens V. O. I. punt 22 duurt de opleiding 8 maanden en wel te rekenen van af het moment, dat de klassen gevormd zijn hetwelk plaats heeft, nadat de recruten de verschillende kuren en injecties hebben gehad. Deze periode, welke aan de eigenlijke opleiding voorafgaat, is de z. g. inleidingsperiode en duurt in den regel 3 weken, zulks o. a. in verband met de cholera- en typhusinjectie. Na afloop van de recrutenopleiding volgen de afgerichte man schappen nog 1 jaar de z. g. voortgezette opleiding bi] de veidbataljons, waarna hun opleiding tot veldsoldaat als geëindigd mag worden beschouwd en zij naar de Buitengewesten kunnen worden overgeplaatst. Nadat wij deze geheele opleiding in groote trekken gememoreerd hebben, gaan wij er thans toe over de verschillende periodes, waarin 'de recrutenopleiding is onderverdeeld, nader in beschou wing te nemen. Inleidingsperiode. Uit bijlage I van het V. O. I. zien wij, dat in deze periode onderricht wordt gegeven in a. verschillende theorieën, welke voor den pas aangekomen recruut van direct belang zijn, b. Zweedsche gymnastiek en andere voorbereidende oefeningen, eiken werkdag 3/4 uur, c. droogzwemmen, gevolgd door baden in ondiep water (2 les sen per week), d. sportspelen (2 uur per week). ad a Aan de theorieën wenschen wij nog toe te voegen goedverkoopen en geslachtsziekten en prophylactie daartegen. ad b. volgens onze ondervinding is het onderricht in de £weed- sche gymnastiek enz., niet wel mogelijkde recruut moet eerst de verschillende eenvoudige exercitien hebben geleerd en zich ook eerst wennen aan de Maleische taal. Inplaats van de Zweed sche gymnastiek hadden wij dus gaarne gezien,,de exercitien op één gelid zonder wapen en welhet aantreden, de houding, op de plaats rusten, nummeren, rusten en inrukken, passen en halt maken." Heeft de man aan deze eischen nog niet voldaan, dan kost de Zweedsche gymnastiek nutteloos veel tijd en is het beter (ook al in verband met het doel, waarvoor de Zweedsche gymnastiek dienen moet), om eerst in de eerste periode daar mede te beginnen. ad c. Wat het zwemmen aangaat, is ons opgevallen, dat de Javaansche recruut bij aankomst bijna zonder uitzondering het zwemmen, zij het dan ook op zijn eigen wijze, reeds machtig is. j1) Deze voortgezette opleiding hopen wij in een afzonderlijk artikel aan een bespreking te onderwerpen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 43