Zweedsche gymnastiek, zwemmen, sportspelen en athletiek. Het zij ons vergund ter zake te verwijzen naar het door ons betoogde in ons artikelZweedsche gymnastiek, athletiek en sport bij de recrutenopieiding, waarbij wij voor het een en ander bepaalde eischen gesteld willen zien. Verder valt het ons op, dat niettegenstaande het in de bedoeling ligt, om de Zweedsche gymnastiek dagelijks te doen beoefenen, hiermede in het voor beeld van het diensttableau (Zie V.O.I. Bijlage II) onvoldoende rekening is gehouden Schatten van afstanden en opsporen van doelen. Het schatten van afstanden, vooral in de hoogte, is buiten gewoon moeilijk (b.v. op vliegtuigen). Voor den Javaan, die niet aan het metrieke stelsel gewend is, zal zulks nog moeilijker zijn. De beoefening zal een aanvang nemen tegelijk met het uitrukken. Opmerkelijk is wel, dat de eisch vermeid in Bijl. I van het V.O.I. niet geheel overeenstemt met het bepaalde in R.I. 201. Wij voor ons vinden de in het R.I. vastgestelde eisch te moeilijk voor den afgerichten recruut. In verband met de terreinoefeningen voor de recruten zouden wij als eisch willen stellen, dat de man bij africhting geoefend moet zijn in het schatten van afstanden en in het opsporen van doelen tot 200 m. en in de hoogte tot 100 m. Gevechtsschermen. Wij mogen kortheidshalve verwijzen naar ons artikel in het I.M.T. No. 1, waarin wij bepleit hebben, den recruut ook het handgemeen tegenover den enkelen tegenstander te doen beoefenen. Exercitiën. De passen moeten voor onze Inheemsche militairen, die over het algemeen kleiner van stuk zijn dan hunne Europeesche col lega's, als te lang en te langzaam worden beschouwd. Een vlug gere en kortere pas zou meer met hun lichaamsgestalte overeen stemmen, b.v. 120 passen van 70 c. m. in de minuut, en geeft meer een indruk van vlotheid. Overigens is het te betreuren, dat het R. I. in zooverre aan duidelijkheid en volledigheid tekort schiet, dat eenheid van op vatting bezwaren ontmoet. Dit geldt in het bijzonder voor de hoofdstukken betreffende de gesloten exercitiën. Het bestek van ons artikel laat niet toe, het R. I. aan een grondige beschouwing te onderwerpen. Ter illustratie van onze uitspraak moge eenige strijdvragen vermelding vinden. Hoe wordt een troep gepresenteerd Met de karabijn bij den voet? (R.I. 52, 66, 91). Of aan den schouder, zooals steeds de gewoonte is geweest? 888

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 46