gesteld voor A-schutters. De oefeningen 1, 2 en 3 zijn o.i. te gemakkelijk; beter ware het de 4 beste treffers te rekenen, waaraan ook doorgaans gemakkelijk voldaan wordt. De 7e en laatste oefening daarentegen is naar onze meening weer te lastig, want minstens even moeilijk, zoo niet moeilijker dan de laatste oefening voor de A-schutters, hetgeen niet consequent is. Wij zouden hiervoor als eisch willen zien: 4 treffers in schijf, 1 treffer in het fig. vierkant, terwijl ook de houding veranderd dient te worden inknielend of zittend vrije hand. Wat betreft de gevechtsschietoefeningen moge aangeteekend worden, dat waar punt 41 V. S. I. deel I o.a. zegt: „zoo mogelijk altijd opgelegd te schieten", het eigenaardig aandoet, dat van de 4 oefeningen er 2 met de vrije hand moeten worden geschoten, terwijl bij oefening 1 b. de steun problematiek is. Feitelijk is er dus slechts één oefening (2 b), welke met op gelegd wapen wordt geschoten, en de ondersteuning is nog van dien aard (men denke aan het wiebelen van de pagger), dat de man betere resultaten verkrijgt door uit de vrije hand te schieten. Men ziet daarom vaak gebeuren, dat voor eiken schutter een eigen steunpunt achter (dus niet in) de pagger gemaakt wordt. Voorts is de doelvoorstelling van oefening 2 a wat oneigenlijk, daar immers de vluchtende bereden patrouille aangegeven wordt door ruiterschijven No. 1, welke achterwaarts worden weggetrok ken. De schutters zien steeds de borsten der paarden en de ge zichten der ruiters, hetgeen het richten zeer vergemakkelijkt. De uitkomsten bij deze oefening verkregen zijn dan ook geflatteerd. Beter ware het ruiterschijven No. 2 hiervoor te bestemmen en deze in schuinsche richting onder een hoek van b.v. 30° met de schootsrichting weg te trekken met het hoofd van het paard naar de waarnemingspost gekeerd. Verder is oefening 2 b te lastig. Het gebeurt maar zelden, dat alle figuren worden getroffen, ofschoon er nog wel 8 treffers in zitten. Aan deze oefening wordt doorgaans dan ook niet voldaan, hetgeen niet bevorderlijk is voor 's mans moreel en vertrouwen in zijn karabijn. Om te demonstreeren, dat wel aan de oefening kan worden voldaan, hebben wij vaak het kader (en dan nog de beste C-schutters) laten schieten, hetgeen weliswaar dikwijls ge lukte, maar de resultaten waren dan toch op het nippertje af. 891 Noot van de Redactie. Ter bevoegde plaatse wees men ons op het volgende. De spreidingen ontloopen elkaar zeer weinig bij de oefeningen 7 der recruten en oef. 10 der A-schutters. Bij I.g. oef. is echter de schijf slechts 4 sec. zichtbaar. De eischen komen in zwaarte dus vrijwel overeen. Zonder den factor tijd in rekening te brengen, moge worden verwacht5 tr. i/d schijf, 4 a 5 in het middenvierkant. Intusschen zal de eisch van oef. 10 der A-schutters binnenkort gewijzigd worden in 2 treffers in figuurvierkant, ten einde de verhouding in zwaarte van eisch tot die voor een B-schutter beter in overeenstemming te brengen met den maatstaf in de voorafgaande oefeningen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 49