wel eens noodig kunnen worden, om het bericht alsnog te ver- cijferen. Zijn de verbindingen t. a. v. de veiligheid van dien aard, dat het bericht vercijferd zou moeten worden alvorens het af (door) te zenden, dan wordt het ter plaatse waar zich die omstandig heden voordoen, vercijferd, en de letters ZNCY vervangen door de aanteekening ACY ambtsbehalve vercijferd). Een ACY-bericht, dat dus steeds als zoodanig is te herkennen, wordt in beginsel bij de(n) verbindingsafdeeling(-post) van den geadresseerde ontcijferd, tenzij zich weer omstandigheden voor doen, welke zich daartegen verzetten (zie boven); in dat geval geschiedt de ontcijfering door den geadresseerde of door diens staf. Zooals uit het bovenstaande blijkt, heeft de afzender zich dus steeds af te vragen„Wat domineert in dit gevalgeheimhou ding of snelheid van overbrenging?" In beginsel mag de geheimhouding nimmer worden opgeofferd aan de snelheid van over brenging. Vercijfering brengt echter steeds tijdverlies met zich mede, dat grooter wordt, naarmate het cijferpersoneel minder geoefend is oovendien neemt bij gebruik van geheimschrift de kans op ver minkingen tijdens het (door-)seinen toe, zoodat het bericht daar door voor den geadresseerde onbegrijpelijk kan worden, en een verzoek om herhaling van het geheele bericht dan wel van enkele verminkte groepen daarvan het gevolg is. Het tijdverlies, dat daarmee gepaard gaat kan zóó aanzienlijk worden, dat de ver antwoordelijke afzender voor grooten spoed eischende berichten zel(s als de kennis daarvan den vijand niet onverschillig kan zijn besluit, om deze van de aanteekening NCY te voorzien. Hij wijkt in die gevallen dus van het hoogergenoemde beginsel af, doch blijft te allen tijde persoonlijk aansprakelijk voor de daar uit mogelijk voortvloeiende gevolgen. In verband met het bovenstaande, en bovendien ook uit een zuiver cryptografisch oopgunt, verdient het geen aanbeveling, om lange bevelen te vercijferen. Alleen zeer korte bevelen (bijv. partiëele bevelen) bij welker overbrenging geen haast is, terwijl geheimhouding toch dringend geboden is, worden vercijferd. Wat de berichtenwisseling betreft, gelden de navolgende regels 1. Een antwoord op een in cijferschrift ontvangen bericht wordt in beginsel steeds in (hetzelfde) cijferschrift gegeven, ten zij het in klaren tekst te geven antwoord zoodanig kan worden geredigeerd, dat het geenerlei aanwijzing omtrent den waarschijn- lijken inhoud van het eerstbedoelde bericht bevat. 2. Een verzoek om herhaling van een onontcijferbaar gebleken bericht moet steeds in geheimschrift worden gesteld. Het ver dient echter aanbeveling, om bij de herhaling van het eerste bericht een andere dan de oorspronkelijke redactie te bezigen. 903

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 61