919
VP. DET. No. 2 MADJALAJA, 2-l-'31, 5.40 n.m.
No. 17. VP. DET. BEVEL f.
1. Vijand en eigen troepen.
(Als Voorpostenbevel 2) punt 1 bovendien
Afmarsch voorposten 3-l-'31 niet vóór 5.45 v.m.
2. Bijzondere maatregelen voor den nacht.
Wachten nemen iedere twee uur verband op met rechter-
nevenwacht.
Staande patr. ter melding van door het tusschenterrein nade
renden vijand worden geplaatst door:
2e sie in het ravijn van de TJI RAAT, N. van MANTRI-
TJINA
3e sie in de naar het O. uitstekende kampongpunt Z VAN
TJELENGLAMPAR.
C. Co-groep zorgt voor seinverbinding tusschen de laatste
patr. en wacht No. 3.
3. Eten halen en veldflesschen vullen bij
keukenwagen
2e sie 6 45 n.m. 3.30 v.m
3e sie 7 2-l-'31 3.45 3-l-'31
le sie 7.15 4
daarna afmarsch daarna afmarsch keuken- en
keuken- en filterwagens filterwagens.
4. Bagage kan worden afgehaald. Terug bij de bagagekar
3-l-'31, 4.30 v.m.; afmarsch bagagekar 4.45 v.m.
5. Voor het bataljonsziekenrapport hier verza
melen 2-l-'31, 6.45 n.m., 3-l-'31, 4.15 v.m. Geleider korporaal
van de le sie.
6. Buslichting alleen voor gewone brieven 9.15 n.m.
bij mijn C. P.
C. Vp. det. No. 2,
Gedicteerd aan
sie Cn
C. Co-groep
Ziekenverpleger
Uittreksel (punt 2) aan
Wacht Cn (3 ex.)
Afschrift aan
Commando 1 ex.
(Punt 3 mondeling aan kok en oudste geleider)
Toelichting. Het is voor den cieC. niet noodig en ook niet wei
doenlijk de reeds eerder getroffen maatregelen in een schriftelijk bevel vast
te leggen alle sieCn zijn immers van de opstelling en taak van de geheele
cie op de hoogte.
f De in het bevel voorkomende plaatsen (terreindeelen of voorwerpen)
worden v.z.m. in het terrein aangewezen of aangeduid; is dit ook met
een kleine verplaatsing niet mogelijk, dan wordt z.n. de richting, waarin
genoemde plaatsen liggen, aangewezen.
2) Zie No. 9 blz. 827