935- in Frankrijk in begin Mei (aanval op Toulon) waaruit de les is getrokken dat een massa-aanval van totaal 210 vliegtuigen, waarvan 150 bombardements toestellen, geen beslissende uitwerking zou hebben gehad, wanneer die vlieg tuigen slechts lichte en middelbare bomfcardements-typen zouden zijn geweest. Organisatie. Militarwissenschaftliche Mitteilungen. Mei Juni nummer 1931. „Neu- zeitliches Heerwesenkolonel A. v. Wittich. In beschouwing worden genomen Frankrijk, Japan, Italië, Duitschland en Oostenrijk. „Ten slotte zij nog met eenige woorden de toekomstige samenstelling van legers, naar het zich thans Iaat aanzien, geschetst. In de staten die over volle vrijheid beschikken en in geval van oorlog alle krachten der natie volgens een bepaald plan willen inzetten, moet de mobilisatie in het algemeen drie groote „Wellen" omvatten. De eerste „Welle" moet als zg. „dekkings- en operatieleger" niet slechts bedoeld zijn als onmiddellijke bescherming der grenzen, maar waar mogelijk even actief als zeemacht en luchtvloot snelle, offensieve beslissingen zoeken. Zij zal dienovereenkomstig uit de voornaamste deelen van de onmiddellijk aan te vullen vredesverbanden, dus uit de best opgeleide en meest slagvaardige troepen zijn samengesteld. Als tweede „Welle" moet het reserve-leger, even sterk of zelfs bepaald sterker dan het dekkings leger, dit volgen en daarmede vereenigd de operaties verder voeren. Voor zoover daarvoor in vredestijd reeds kader bestaat, zal het het voordeel vaneen „festen Gerüstes" hebben, in het andere geval geheel uit nieuwe formaties bestaan. „Gleichlaufend" aan dat reserve-leger of, zooals een andere aanduiding luidt „Volksaufgeboten der Landsverteidigung", moet veelal als derde „Welle" een zg. territoriaal leger zijn georganiseerd dat de bezettingstroepen omvat, die bestemd zijn voor de voorziening in kust- en luchtbewakingsdiensten, minder belang rijke grenswachten, bezettingsdiensten, voor aanwending in het achtei land, enz. Het wordt uit de jongste en uit de oudste lichtingen, alsook uit minder ge- oefenden samengesteld en zal derhalve ook minder gevechtskracht bezitten". De militaire spectator No. 6. Juni 1931. Reorganisatie bij het wapen der infanterie", kapitein D. Brouwer. „Met onderstaande beschouwingen is- een poging gewaagd een reorganisatie aan te geven, waarin betere opleidings- en oefeningsvoorwaarden voor ons hoofdwapen kunnen worden verkregen". Bij de gedachte organisatie is het vooroefeningsinstituut, door de politiek in het leger gebracht, weggelaten. Schr. wil invoeren per bestaande vredesdivisie een opleidingsregiment, in een heden, georganiseed als in een oorlogsregiment, zondtr de batterij van 6 veld, met een kolonel regiments-commandant; luitenants-kolonel als ba taljonscommandanten en majoors als compagnies-commandanten. Per com pagnie nog een kapitein, in 't bijzonder voor de opleiding van het dienst plichtig kader bij de compagnie. De militaire spectator. No. 6. Juni 1931. Onder „Gegevens vreemde legers" treffen we aan de oorlogsorganisatie van het (Belgische) regiment wielrijders (stafcompagnie, 2 bataljonselk bataljon bestaat uit1 stafgroep, 2 geweercompagnieën en 1 mitrailleurcompagnie; de compagnie telt: 1 staf peloton en 3 gevechtspelotons a 3 gevechtsgroepen. De mitrailleurcompagnie heeft1 stafsectie, 4 gevechtssecties elk van 2 mitrailleurs en 1 sectie van 2 mitrailleurs luchtdoel). Mil. Wochenblatt. No. 45. Juni 1931. „Moderne Kavallerie"Een bespre- van het gelijknamige boekwerkje van generaal G. Brandt, oud-inspecteur der Duitsche cavalerie. „Het wapen kan slechts dankbaar zijn dat de acteur steeds weer en op verschillende manieren elke naar gelang den aard gemotiveerd er op wijst dat slechts massa-gebruik der cavalerie succes belooft. Deze les van alia oorlogen wordt steeds weer vergeten en de cavalerie verdeeld en misbruikt,, in plaats van haar op de beslissende plaats bijeen te houden". „Ook woidt duidelijk gezegd dat de hoofdtaak van moderne cavalerie hare medewerking in den strijd (slag) is, niet de verkenning op groote afstanden. De veel belangrijker rol van vliegtuigen en pantserauto's tegenover die van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 93