938 areas will become increasingly dependent upon adequate supply systems. Discuss the advantages to be gained by increased speed and range of ma noeuvre of mechanized forces in view of the limitations imposed by the necessity of organizing elaborate supply systems, particulary in regard to the'j operation in semi-civilized countries". De militaire spectator No. 6. Juni 1931. „Over aan- en af voer"kapitein H. Polis. „Volgens de bestaande organisatie is bij het veldleger ingedeeld een autotrein, die rechtstreeks onder de bevelen van den C. V. staat". Blijkens de ondervindingen „zijn de voordeelen aan die concentratie ver bonden, meestal slechts theoretisch en blijken zij in de practijk onverwezen lijkbare illusies te zijn". Bij de E. V. oefeningsreis 1930 werd aangenomen dat elke D. O. over een eigen autotrein beschikte. „Onze voorschriften (en de buitenland- sche huldigen hetzelfde beginsel) eischen dat normaal in een periode van 5 dagen de auto's één dag rust hebben om grondig te worden nagezien. Normaal is dus 1/5 buiten diensthet is dus logisch dat de organisatie hiermede rekening houdt". Algemeen. Militarwissenschaftliche Mitteilungen. Mei-Juni nummer 1931. Wehr- politische Uebersicht", kolonel E. Paschek. Thans wordt behandeld B. Het bewapeningsvraagstuk. Daarbij vinden we besproken: 1. Wehrorganisatorisch und kriegstechnisch Neues. 2. Die wichtigsten Einzelstaaten (Engeland, U.S A., Rusland, Frankrijk en België, de kleine Entente en Polen, de Italiaansche groep, Duitschland en Oostenrijk en de neutralen). In zijn besluit komt de schr. tot de conclusie dat het nog steeds 't beste is te vertrouwen op eigen kracht „geëinte Starke", welke naar buiten achting afdwingt. Erkenning van den dwaalweg van inwendige verdeeldheid en van het pacifistische dwaalbegrip, vóór het te laat is. Journal of the royal united service institution. No. 501. Februari 1931. The defense of ports", lieutenant commander J. D. Prentice. „Het materieel dat wordt vereischt voor havenverdediging onder de tegenwoordige omstan digheden, is samengesteld uit zeer verschillende soorten. De meest belangrijke daarvan kunnen misschien nog steeds de kanonnen worden genoemd Kanon nen om aanvallen aan de landzijde af te slaan, kanonnen voor de bestrijding van aanvallen uit de lucht." „Voor het leger is bijzondere oefening noodig in het indirect vuren met kustgeschut op bewegende doelen in zee." Eveneens in No. 502 van dit tijdschrift: „The North- Westfrontier of India, luitgeneraal Sir George Mac MannHet voornaamste vraagstuk is dat van de grensverdediging in de beteekenis van de grens van Indië tegen over bepaalde invallers van buiten. Het kleinere vraagstuk is dat van de verdediging van de gewone vreedzame bevolking binnen onze admi nistratieve grenzen tegen hunne mede-Britsche onderdanen oinnen o*lze politieke, maar buiten de administratieve grens. Een inval in Indië door. Rusland met een neutraal of vijandig Afghanistan, zou een combinatie zijn voor het afslaan waarvan een belangrijk beroep zou moeten worden ge daan op de krachten van het rijk en toch zou waarschijnlijk het einde zijn een zoo volledige nederlaag van de invallers dat elk verlangen om een der gelijke poging binnen honderd jaar te herhalen evenzoo zou zijn geëindigd." Mavors No. 5. Mei 1931. „Bevoegdheden van meerderen wanneer krygstuch- telijke vergrijpen zijn of worden gepleegd", eerste luitenant A. F. Steffen. In beschouwing worden genomen I. Rapport maken van krijgstuchtelijke vergrijpen. 2. Inzage van brieven, gedrukten enz., onderzoek van koffers, kisten enz. in beslagname van voorwerpen, onderzoek aan kleeding en lichaam. 3. Aanzeggen van krijgstuchtelijk voorloopig arrest. 4. Onder de wapenen roepen van een van een krijgstuchtelijk vergrijp ver dachten grootverlofganger. 5. Binnentreden van een woning door militairen tot ten uitvoerlegging van een krijgstuchtelijke straf of voorloopig arrest.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 96