Tusschen de verkeersposten a, b, c en d kan de A. Verpl. S. in opgesloten formatie worden opgesteld; de grootewegTOMO- SOETAWANGI is dan geheel vrij. Gelet op den af te leggen afstand en den voor het laden van het hout benoodigden tijd, zullen de eerste 30 auto's naar schat ting om ongeveer 12 middag tusschen de verkeersposten c en d zijn opgesteld, en kan dus met het ontvangen van hooi worden aangevangen. Voor de magazijnen van rijst, gaba enz. kunnen hoogstens 8 auto's tegelijk van de benoodigde hoeveelheden worden voorzien. Zijn tenslotte de manden met groenten ontvangen, dan rijden de auto's volgens de aangegeven marschroute door en stellen zich in opgesloten formatie zooveel mogelijk op tusschen de verkeersposten f, g, h en e. Op het oogenblik dat de laatste vrachtwagen van de eerste groep den verkeerspost e in Z. richting gepasseerd is, gaan de auto's vervolgens door het kruispunt e en sluiten op tusschen de verkeersposten d, c, b en a (daarbij den hoofdweg TOMO-SOETAWANGI vrij latende). De eerste groep auto's van de A. Verpl. S. staat dan korps- gewijze beladen (m. u. z. v. vleesch) voor den afmarsch gereed. De overige groepen volgen op gelijke wijze. De 10 vleeschaufo's van de A. Verpl. S. moeten daartoe met het benoodigde personeel en materieel afzonderlijk in colonne om 11 v. m van SOETAWANGI naar TOMO vertrekken. De C. A. Verpl. S. wordt bedankt en opgedragen er voor te zorgen, dat de vrachtwagens van die sectie, zoomede de 10 vleesch- auto's, morgen (6-10-'31) 9 v. m. marschvaardig zijn. Ten aanzien van den verplegingstroep ontvangt conducteur D. een gelijke opdracht. In den avond van dien dag worden vervolgens verschillende verplegingsaangelegenheden en vooral de te volgen methode van verpleging met de kapiteins Int. A. en B. en den C. A. Verpl. S. besproken, en wordt naar aanleiding van e. e. a. rekening hou dende met enkele door den Div. C. gegeven aanwijzingen en met 956 Waar de A.A. alles met auto-colonnes langs een zeer bochtigen en vaak sterk hellenden weg moet opvoeren en die colonnes over groote gedeelten daarvan slechts uiterst langzaam kunnen rijden, zou de opvoer van versch vleesch naar het eindpunt en het daarop aansluitend transport naar den troep te lang duren. In verband daarmede is men er noodgedwongen toe overgegaan om in den grooten kampong TOMO vlak aan de TJ1MANOEK de noodige veldslachterijen op te richten, terwijl het ten N. daarvan gelegen bamboebosch (tusschen TOMO en de U-bocht van de TJ1MANOEK) als veekraal is ingericht. Het door de Div. aangevraagde vleesch wordt daar om 1 n. m. in voeten ter beschikking van den Div. Int. gesteld en kan ter plaatse (in een voor dat doel ter beschikking staande loods) door personeel van den verplegingstroep worden verdeeld, ingezouten en verpakt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 18