2. EENIGE AANTEEKENINGEN OP DE BROCHURE
„EEN MOEILIJK INDISCH PROBLEEM".')
door
L. A. VELLENGA.
lste Luitenant der infanterie N. I. L.
Sedert de redactie van het Indisch Militair Tijdschrift, zeer
welwillend, bovengenoemde brochure onder de leden van de I. K.
V. verspreidde, werd in Nederland en Indië eenig commentaar
geleverd op de geopperde denkbeelden.
In het algemeen kan gezegd worden, dat de gegeven beschou
wingen zich in hoofdzaak hebben bepaald tot hetgeen in de
brochure als „oplossing met een vraagteeken" werd gegeven en
dat men het hiermede allesbehalve eens was.
Nagenoeg niet is besproken het uitgangspunt: de ongustige
landaard-verhoudingen in ons koloniaal vrijwilligersleger.
De brochure had ten doel de onbevredigende aard der verhou
dingen in het licht te stellen en mede te werken tot opheffing
van de gewraakte—en door de critici niet weerlegde mis
standen in die verhoudingen.
Hiertoe werd een idee aan de hand gedaan, hetwelk in zich met de
pretentie van volmaaktheid droeg, doch dat zoolang niets beters wordt
gegeven, in beginsel gehandhaafd blijft. Iedere oplossing brengt
eigenaardige moeilijkheden met zich mee, de in de brochure
gestelde ontkomt daaraan niet. De bezwaren mogen anders
zijn, zij behoeven uit dien hoofde het principe niet minder aan
vaardbaar te maken, dan dat van welk stelsel ook. Moeilijkheden
worden niet overwonnen door ze uit den weg te gaan.
Vanzelfsprekend is het ieders goed recht de denkbeelden op
goede gronden te betwisten, doch even natuurlijk is het, dat met
opbouwende kritiek, zooals van den Kapt. der Inf. R. B van
Dijken in het I. M. T. 1931 No 4, de zaak meer wordt gediend,
dan door een stuk zooals een militaire medewerker in de
Locomotief van 10/4 '31 plaatste.
Tusschen deze twee uitersten bewogen zich ongeveer de opinies
van de anderen: de opmerkingen van de Indische Gids van Mei
1931 en die van het Soerabajasch Handelsblad van 16/2 '31, de
968
Tot haar leedwezen moest de redactie deze bijdrage in verband met
plaatsgebrek eenigen tijd aanhouden (Redactie).