zuivere weergave in De Rijkseenheid van 29/4 31, de waardeerende woorden van den generaal Kies in den Volksraad bij de behandeling van de Aanvullingsbegrooting voor Oorlog (Handl. blz. 1773 zitting 26/1 '31), e.a Aandachtige beschouwing van de verschillende beoordeelingen kan tot de volgende samenvatting leiden I. De bestaande sterkteverhoudingen in het leger worden a 1- gemeen onbevredigend geacht. II. Militaire-kolonisatie als oplossing voor de moeilijkheden acht men ondeugdelijk, omdat: a kolonisatie van blanke arbeiders in de tropen onmogelijk zou zijn b. het dualisme Militair-Kolonist onoverkomelijke moeilijk heden met zich kan meebrengen. III. Andere, wel afdoende oplossingen bleven achterwege. Punt 1 levert geen strijdvraag meer op, punt II destemeer. Het groote defensie-belang, gelegen in een geslaagde kolonisatie van Europeesche landbouwers, moge hier een korte uiteenzetting wettigen. Gaat men terug in de geschiedenis onzer vestiging in den Indischen Archipel, dan blijkt reeds Jan Pietersz. Coen een en thousiast voorvechter te zijn geweest, voor het stichten van Euro peesche volkplantingen in onze Oost. In Nederland steunde men zijn pogingen echter niet van harte, bevreesd als de Heeren XVII waren hun macht over de zoo voordeelige monopolie-handel te verliezen, indien in Indië een sterke Europeesche bevolkingsgroep zou ontstaan. Een vijftigtal jaren later waren overeenkomstige verschijnselen oorzaak, dat de kolonisatiepogingen van v. Goens op Ceylon op niets uit liepen. Omstreeks 1750 heeft de G. G. van Imhoff het nog eens met een goed opgezette en voorbereide landbouwkolonisatie ge probeerd in de Preanger. De nederzettingen bereikten een zekere mate van bloei, doch vonden ontijdig hun einde door de inval len van de Bantammers. Oorzaak der mislukking was hierge brek aan bescherming tegen de binnenlandsche onveiligheid Bij het vestigen van ons bestuur in het begin der 18e eeuw werd oorspronkelijk als grondslag onzer koloniale politiek gesteld: „vermeerdering in Nederlandsch-Indië van het Europeesche element; vrijheid van handel en cultuur". Onderlinge geschillen, de Java-oorlog en het naderhand inge voerde cultuurstelsel schoof de uitvoering dezer beginselen op de lange baan, totdat particulier initiatief de Regeering dwong zich op dit punt openlijk uit te spreken. 969

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 31