van den heuvelrug zoodanig was dat daaraan geen weerstand te gen horizontale krachten mocht worden toegekend, dan zal het duidelijk zijn, dat ik voor een heel moeilijk geval stond had ik van tevoren hier kunnen verkennen, dan zou ik den bouw van een hangbrug op dit punt ten stelligste hebben moeten afiaden, ter wijl elk ander brugtype met vrije overspanning op zijn plaats zou zijn geweest. Niettemin, er moest nu iets gebeuren wij waren nu eenmaal ter plaatse, de kabels waren onderweg, hout en andere materialen voor een groot deel geleverd, het ijzerwerk was in aanmaak en zou bij gedeelten worden nagezonden, kortom er moest een kabel- brug gebouwd worden. Dit was niet anders mogelijk dan dooi het volgende te doen a. den weg langs de rivier op den rechteroever te behouden en het verkeer onder de kabels door te leiden, doch vóór de brug den weg zóóveel te verbreeden als mogelijk zou zijn, d.w.z. zóó dat aan den binnenrand van den weg nog een hoogte onder de kabels over zou blijven, gelijk aan de vrije hoogte der jukken, d.i. 3,5 m. in den bergwand op den rechteroever een ingraving te maken van 12 m. breedte en 25 m. lengte tot op een diepte, overeenkomende met het te verkrijgen wegniveau, opdat de verankeringen hier naar den eisch gemaakt zouden kunnen worden op den linkeroever de ankerblokken dieper te leggen dan nood zakelijk en ontworpen was voor het verkrijgen van meer zeker heid in den vrij slechten grond. Wat het werk zelf betreft, zal ik niet teveel in details afdalen, maar in algemeenen zin den gang ervan aangeven om bij enkele bijzondere werkzaamheden meer uit te wijden. Op 17 Februari werd dus met het eigelijke werk aangevangen nadat de as van de brug uitgezet, de aslijn gespannen en de land- hoofden gewaterpast waren. Hierop volgde het uitzetten van de vier gaten, die gegraven moesten worden om daarin de beton- neuten te maken, die de jukpooten zouden hebben te dragen en den druk van het eigengewicht der brug en van de belasting zouden moeten overbrengen op den grond. Middelerwijl was een ploeg van 5 timmerlieden begonnen met het sorteeren en keuren van de reeds aanwezge houtwerken, waarna deze ploeg tot op het tijdstip dat met het monteeren der brug begonnen kon worden, geregeld werk heeft gehad aan het pas maken en bewerken van de houtwerken, het aanmaken en stellen van bekistingsmallen voor betonwerken, enz. Ten slotte was een ploeg van 20 man aan het werk gezet op den heuvelrug om met de ingraving aldaar een aanvang te maken b. c. 1004

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 66