1028
infanterie met de vereischte zware wapens, den granaatwerper en het tank-
afweergeschut uitrusten".
Als voornaamste opdrachten voor de artillerie in den aanval noemt de schr:
I. voor de aanvallende infanterie den weg te banen door hindernissen (voor
één bres zijn noodigop 3 km. 700 schoten; op 5 km. 1000 schoten uit
veldartillerievoor vier bressen te maken voor etn bataljon schiet men
met een afdeeling 2 a 3 uren)
II. het steunen van het verder doordringen der aanvallende infanterie door
vuurwals of door vuur op bepaalde strooken („bombardements suc-
cessifs")
III. punten die den tegenstander gunstige waarneming verschaffen voor de
vuurleiding, punten die gereedstellingsruimten van reserves dekken bene
vens boschranden met rook- en scherf-sperren beleggen deze vuren zijn
dekkingsvuren. Verder nog het voorbereiden, begeleiden en dekken van
den aanval
IV. artillerie-bestrijding
V. vuur op groote afstanden op opmarschwegen, dépots, enz.;
VI. (gemotoriseerde luchtdoelartillerie voor) luchtafweer
VII. (een artillerie-reserve voor) storende en vernietigingsvuren op groote af
standen deze artillerie wordt toebedeeld aan legerkorpsen en divisies
voor samenwerking met nevenkorpsen of divisies.
Frankrijk telt aan artillerie bij het legerkorps(2 divisies a 3 regimenten
infanterie a 3 bataljons): 9 veldbatterijen van 75 mm.; 2 afdeelingen van 155
mm. kort bij de divisie, dus totaal bij het korps 30 batterijen divisie-artillerie.
Daarnevens nog 6 batterijen 10,5 lang en 6 batterijen 155 lang als korps
artillerie. Dus bij het korps in totaal 42 batterijen op 18 bataljons of per
bataljon 2,3 batterij.
In Duitschland rekent men op 2 batterijen per bataljon.
Wehr und Waffen. No. 5. Mei 1931. „Der Weg zu einem neuen Feld-
geschiitz. Vereinheitlichung der Bewaffnung", kolonel b. d. Bliimner. Sedert
jaren wil men het gewone veldgeschut ook geschikt maken voor luchtafweei
„daar de in den eerstkomenden oorlog in geweldige hoeveelheden optredende
vliegtuigen met de in beperkt aantal voorhanden luchtdoelkanonnen niet vol
doende kunnen worden afgeweerd".
Na te hebben vermeld wat terzake werd voorgestaan door den generaal
Herr, overste Rimailho en kapitein Loch (1925) wordt beschreven het Ameri-
kaansche proefkanon van 7,5 cm. 1930, dat een volwaardig luchtdoelkanon is
en tevens volkomen geschikt voor de bestrijding van snel beweeglijke doelen
op den grond. Het kanon heeft twee schietsteliingen, één tegen doelen op den
grond na 1 minuut uit de vervoerstelling te verkrijgen en één tegen vlieg
tuigen na 4 minuten. In de eerste stelling is het zijdelingsch richtveld 90°, het
verticale van 0° tot 80°, in de tweede het zijdelingsch richtveld 3601. V0
663 m./sec.projectielgewicht 6,8 kg.; grootste dracht 13.700 m.
Organisatie.
Bulletin beige des sciences militaires. No. 5. Mei 1931 „Troupes lè-
gères et motorisation", majoor Bastin. Bespreekt in het kort de samenstelling
van de lichte divisie naar het inzicht van generaal Camon, de lichte divisie van
kolonel Fuller, van generaal Alléhaut.
„De lichte divisie voorgesteld door generaal Camon, om de cavalerie te ver
vangen, heeft een groote strategische beweeglijkheid, mits de wegen vrij zijn,
in goeden staat en de vijandelijke luchtstrijdkrachten niet het gebruik ervan
beletten. Zij is ongeschikt voor de verkenning".
„De lichte divisie van kolonel Fuller, geheel „tous-terrains", bezit een groote
beweeglijkheid, zoowel tactisch als strategisch". De groote voordeelen daar
van kunnen echter niet goedmaken haar minderwaardigheid in de verkenning
en haar gebrek aan geschiktheid voor dekkingsopdrachten".