1034 dat zijn instructies zijn begrepen, de uitvoering er van beïnvloedend doorzijn eigen impuls, een verrassende activiteit ontplooiende". „Aldus leidt hij den slag, en brengt dien met zekerheid tot het beslissende succes". „Of men bestudeert de voordrachten van den maarschalk aan de krijgsschool, zijn voorstellen van Januari 1918 aan de „Conseil supérieure de guerre" of zijn handelingen tijdens het offensief, men gevoelt zich steeds getroffen door „la continuité de vues, par l'unité de pensée, qui président a la méthode". Mil. Wochenblatt. No. 48. Juni 1931. „Aus dem Gedankenwerkstatt des Deutschen Generalstabes", Th. v. Schafer. Een korte bespreking van het gelijknamige boek van Wolfgang Foerster, dat de „ontwikkeling der Duitsche veldtochtsplannen voor den meer-frontenoorlog zóó overzichtelijk en volledig aangeeft, als tot dusverre nergens was le vinden, en het beeld vervolledigt door daartegenover te stellen de Fransche en de Russische plannen". „Het eerste hoofdstuk „Graaf Schlieffen en de erfgenamen" schetst de persoonlijk heid en de verdienste van den grooten meester in het juiste licht en bewijst daarnaast, dat het ook zijn opvolgers niet aan operatief denken ontbroken heeft, dat echter „im erschwerenden Element der rauhen Kriegswirklichkeit" naast het weten we zouden willen zeggen vaak meer dan dit karakter vastheid en „Nervenkraft" den doorslag geven. Ware veldheerskunst wordt niet geleerd maar aangeboren". Het tweede hoofdstuk behandelt het Duitsche oorlogsplan West en Oost. Het derde de betrekkingen tot den onzekeren bondgenoot (Italië). Het vierde en laatste hoofdstuk geeft de oorlogsplannen der tegenstanders. Marine. Marineblad. 1 Mei 1931. „Torpedoaanvallen met vliegtuigenTetenburg. „In het algemeen, staat men vooral in de militaire luchtvaartkringen, in de verschillende landen nog sceptisch tegenover het succes van torpedoaanvallen met vliegtuigen op varende schepen". Alle groote naties gaan echter door „met het nemen van proeven en het houden van oefeningen, al ware het alleen maar om niet bij een ander achter te blijven". Schr. wijst er op dat bij het doen van torpedoaanvallen men schijnt aan te nemen dat dit dagaanvallen zijn en toch moeten z. i. de aanvallen juist des nachts geschieden, wil men, rekening houdende met het momenteel bereikte ontwikkelingsstadium der vliegtuigen en vliegtuigtorpedo's, dit wapen met kans op succes gebruiken. Schr. geeft aan hoe zoo'n aanval dient te worden uitgevoerd. Algemeen. De Indische Gids. No. 5. Mei 1931. „Ontwapening of veiligheid. B. Indië", G. Nijpels. „Zij, die Indië veilig willen stellen, door aan eiken vreemde de lust te ontnemen ons daar den oorlog aan te doen, of er onze neutraliteit te schenden, maar die ook, indien deze preventieve werking mocht falen, en een aanrander zich tot schender van ons gebied mocht maken, beslist en krachtig tegen dien oorlogsmisdadiger willen optreden, zij geven de doel stelling van onze weermacht te land en ter zee aan als: a. het verzekeren van orde en rust; b. de handhaving van onze neutraliteit; c. de bescherming tegen opzettelijk ondernomen schending van ons gebied. De samenstelling en sterkte van de weermacht moeten, binnen de grenzen van ons financieel kunnen, getuigen van ernst en vasten wil. Dit is de maatstaf voor wat men pleegt samen te vatten in de uitdrukkingde verdediging van Nederlandsch- Indië," U.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 96