van de troepen van, alle voor de materieele verzorging van mensch en dier noodige artikelen, zooals levensmiddelen, brand en lichtstoffen, paardenvoer, kleeding en uitrusting enz., zoomede den afvoer daarvan voor zoover deze overtollig zijn s e c u n d o. het vervoer van bedoelde artikelen binnen het operatie- (legerings-) gebied van de troepenmacht en de verdee ling daarvan over de onderdeelen tertio, de bereiding en verstrekking der maaltijden. Aangezien het opsporen, verzamelen en in een geschikten vorm brengen van de in het operatie-gebied eventueel aanwezige voor raden moeilijk en tijdroovend is, en in tijden van actie meer malen tot de onmogelijkheden zal behooren, zou het gewaagd zijn op dergelijke voorraden te rekenen; waar het bovendien zelfs bij de meest doorgevoerde exploitatie van de plaatselijke hulp bronnen toch nog altijd noodig zal zijn groote hoeveelheden verplegings-benoodigdheden van elders aan te voeren, is het duidelijk, dat voor de aanvulling van de verplegingsartikelen men in hoofdzaak op den „aanvoer van achteren" zal zijn aangewezen. Hoewel elk geval, zoowel in verband met de geografisch- economische als tactische omstandigheden, zijn eigen oplossing vraagt en men dus steeds zou kunnen overwegen óf de eene óf de andere methode van aanvulling óf een combinatie van beide wenschelijk is, zal men toch als norm den veiligsten weg moeten kiezen en als verplegingssysteem moeten aanvaarden„Aanvoer van achteren, met gebruikmaking van de plaatselijke hulpbronnen als toevallige baten". Het aanschaffen, verzamelen en beheeren van de verplegings- behoeften geschiedt in het achterland door reeds bestaande en v. z. n. in het leven te roepen organen, terwijl met den opvoer daarvan naar het operatie-(legerings-)gebied zoomede met den afvoer van al de daarvoor in aanmerking komende, bij de troe pen overbodige voorraden enz. als regel een afzonderlijke or ganisatie, de z. g. aan- en afvoerdienst (A. A.) 2) is belast, welke daartoe uiteraard zooveel mogelijk van de groote aanvoerlijnen, de spoorwegen, gebruik zal maken. Op de „eindpunten {-stations)" van die aanvoerlijnen, welke meestal op de grens tusschen het achterland en het operatie gebied op hoogstens 60 km. van de frontlijn liggen, stelt de A. A. eiken dag de daags te voren door den divisie-intendant aangevraagde artikelen, welke bestemd zijn voor de verstrekking van de normale c. q. oorlogsrantsoenen voor mensch en dier (benoodigde totale hoeveelheden, verminderd met hetgeen plaatse- 947 2) De A.A. regelt den aan- en afvoer en het daarvoor benoodigde verkeer in den vollen omvang, dus niet alleen ten aanzien van de verplegingsbehoeften. Voor het geval de A.A. niet functioneert, zal naar gelang van omstandig heden op de meest pracb'sche wijze in den op- en afvoer moeten worden voorzien.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 9