5. DETACHEERING BIJ DEN TOPOGRAFISCHEN DIENST.
door
J. Th. HORSTINK.
Kapitein bij den Topografischen Dienst.
In het artikel „De hoogere krijgskundige vorming van officieren
en de detacheeringen" werd op blz. 671/72 van het I. M. T. No. 8
de detacheering bij den Topografischen Dienst in bespreking ge
bracht, hetgeen voor mij een welkome aanleiding is om deze
materie aan een nadere beschouwing te onderwerpen.
Vastgelegd in de instructie van 29 December 1923, beoogt de
tewerkstelling gedurende vier maanden bij den Topografischen
Dienst van de officieren, a.s. leerlingen van de Hoogere Krijgs
school het ondervolgende.
Ie. meerdere bekwaamheid om in terreinen van verschillende ge
steldheid, kaarten op de voor militaire doeleinden gebruikelijke
schalen vlot te lezen en te gebruiken, en van een zakelijk
oordeel bij de waardeering der op de kaarten gegeven terrein
voorstelling
2e. een juiste kennis omtrent de wijze van samenstelling, aanvul
ling en verbetering dezer kaarten, zoomede van eenige vaar
digheid, zoowel in het gebruik van de daartoe in Indië gebe
zigde instrumenten als in het kaarteeren van de met die
instrumenten door hen zelf verzamelde gegevens
3e. kennis omtrent de wijze, waarop een terreingedeelte vluchtig
in kaart wordt gebracht, en van de vaardigheid, zoowel in het
gebruik van de daartoe gebezigde eenvoudige meetinstrumen
ten als in het kaarteeren van de daarmede door hen zelf ver
zamelde gegevens
4e. een indruk van de geschiedenis, ontwikkeling en stand der
kaarteering in den N. I. Archipel en van de organisatie en
werkwijze van den Topografischen Dienst.
Gevoeglijk kan worden aanvaard, dat vorenvermelde eischen de
vruchten zijn van een jarenlange ervaring, gepaard aan overwe
gingen om tenslotte te komen tot voorwaarden, welke stellig van
de hoogere bevelvoering verlangd mogen worden. Een versobering
van het werkprogramma der detacheering brengt als vanzelfspre
kend de kaarteeringskennis van den bevelvoerder op lager peil,
wat uiteraard als zeer nadeelig gekenschetst moet worden. Eer
1013