Ontegenzeggelijk zijn er nog verschillende andere factoren, welke in den modernen bewegingsoorlog een zeker verlangen naar decentralisatie kunnen doen ontstaan, en welke dan dikwijls niet slechts gelden voor de artillerie, doch ook voor de andere eenheden, waaruit de weermacht bestaat. Zoo heeft de motori- se.ering de snelheid van beweging en den actieradius van onder scheiden gevechtsgroepen belangrijk vergroot, terwijl de nog steeds voortschrijdende techniek doet vermoeden, dat hier bij lange geen eindpunt is bereikt. De kans op verrassingen is daar door aanmerkelijk vergroot, zoodat onmiddellijke steunverleening door artillerie meer dan tot dusverre zal worden gevraagd en moeten worden gegeven. Het nemen van snelle beslissingen en het inzetten van snelle tegenacties komt sterk naar voren. Logisch verband met het vorenstaande houdt de eisch, de strijdkrachten te organiseeren in kleine, handzame gevechtsgroepen, voorzien van de noodige middelen een gevecht zelfstandig te kunnen voeren. Met name in de Duitsche literatuur zien wij een streven ontstaan, van het regt. inf. de gevechtseenheid te vormen, waaraan dan een afdeeling artillerie zou moeten worden toege voegd, hetgeen beteekent een van huis uit ver doorgevoerde de centralisatie van een groot gedeelte van de artillerie (vgl. onze vroegere brigades). Bedoelde afdeelingen staan geheel ter beschik king van den regts. cdt. en worden dan ook uitsluitend ten be hoeve van dat regiment gebruikt. Het groote nadeel hierbij is wel, dat deze artillerie onttrokken wordt bij de meeste legers, aan de div. art., welke daardoor bedenkelijk verzwakt. Wij geven hier onmiddellijk toe, dat dit alles zeer betrekkelijk is Zou men een overmaat aan artillerie be zitten, dan zouden deze bezwaren minder klemmend zijn, doch gezien den toestand in dit opzicht bij de meeste legers, bezit men eerder een tekort dan een surplus. O. i. zou bovenstaande organi satie slechts te aanvaarden zijn, indien boven de noodig geachte div. art. één afdeeling per regt. inf. beschikbaar zou kunnen worden gesteld. Aan de hiervoren beschreven organisatie met de daaraan ge koppelde decentralisatie van de artillerie zijn nog andere bezwaren verbonden, waarvan wij de voornaamste willen releveeren. Er ontstaan moeilijkheden bij de stellingkeuze. De Div. Cdt. Tegelt de opstelling van de div. art., de Regts. Cdt. die van de bij het regt. ingedeelde artillerie. Hier dient van te voren een mi nutieuze regeling getroffen te worden; ontbreekt deze regeling, of ontstaan er wrijvingen, (een nadeel aan iedere regeling verbonden), falen de verbindingen en dan juist op een moment, dat van de regeling zal moeten worden afgeweken tengevolge van 'svijands optreden, dan ontstaat er een hopelooze verwarring. Bovenvermelde bezwaren zijn eveneens ten volle van toepassing op de vuurregeling, die niet meer door één persoon wordt ver zorgd. 1046

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 12