Zeer zeker, mits men oordeelkundig te werk gaat Een voor beeld Een sectie mitrailleurs moet in stelling komen in een bamboe bosch of een begroeide kampongrand. Nu kan men de stelling op twee manieren kiezen. a. Aan den rand. b. In den rand d. w. z. zoo ver mogelijk naar achteren als mogelijk is. De eerste wijze van opstellen is taktisch verkeerd, hoewel de stelling van boven gedekt kan zijn. Eventueele rookontwikkeling vuurverschijnselen zijn zichtbaar. De stukken en de bediening zijn met optische instrumenten tot op grooten afstand vast te lego-en op korteren afstand met het bloote oog. Deze methode wordt echter gaarne toegepast om het aangeven van richtpunten te velgemakkelijken en de bediening meer uit zicht op het terrein te geven (directe richting). De tweede opstelling is de eenige juiste. Ontdekking door zicht baarheid is praktisch uitgesloten. Het aangeven van richtpunten aan de stukken zal iets lastiger zijn. Wordt b.v. door den sectie commandant (in grooter verband den pelotons-commandant) een richtpunt aangegeven, dat door één der stukken niet kan worden gezien, dan zal de stukscommandant van het betreffende stuk zich een weinig voor- of zijwaarts begeven teneinde dit punt te zien en geeft hierna aan het stuk een zijdelingsche correctie op, over eenkomende met den hoek tusschen een punt, dat de schutter achter zijn stuk wel kan zien, en het door den sectie-commandant aan gegeven richtpunt. Eventueel worden hinderlijke takken of blaren verwijderd. Het gebruik van baken is dus niet noodig. Ook de hoogtecorrectie wordt door een dergelijke manipulatie verwerkt. Het kwadrant is dus evenmin noodig. Een typeerend voorbeeld, dat deze wijze van werken nog niet geheel is doorgedrongen, vonden wij in de slotbeschouwingen van het verslag van den cursus voor mitrailleur-personeel, gehouden te Kediii in 1931 en wel dat een vuur op een kampongrand niét zou mogen worden afgegeven, omdat de onderzijde door den vuur- leider niet was te zien, hoewel verschillende pannen daken zicht baar waren In beide opstellingen (a en b) zal het dus zeer dikwijls voor komen, dat de stukken richten op hooger gelegen punten, terwijl de doelen zich in of nabij den voet daarvan bevinden. Die doelen zijn dus niet te zien door de stukken. Hoe men nu deze wijze van richten en vuren moge betitelen, een feit is het, dat deze wijze van vuren herhaaldelijk voorkomt, niet alleen uit opstellingen in den rand, maar ook uit die aan den rand. 1071

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 37