dra de meerdere in rang voelt, dat hij door een mindere beleedigd
is, zal de zaak een ernstige wending aannemen en kan van een
disciplinaire afdoening geen sprake meer zijn.
Zelfs indien we in dit voorbeeld het woord „beleedigd" ver
vangen door „onaangenaam getroffen", zou hierover nog veel te
zeggen zijn.
Indien het in een Leger alleen maar gaat om den rang, dus
met uitschakeling van den persoon, die den rang bekleedt, zou
het voor de handhaving van de discipline vrij eenvoudig zijn.
Maar hoe wijst de praktijk uit?
Is de houding van een brigade niet de spiegel van den
persoon van den Commandant?Drukt de persoon
van den Compagniescommandant niet zijn stempel op de com
pagnie
M. i. kan en mag om praktische redenen de persoon van den
commandant niet gescheiden worden van diens rang of van het
Leger waartoe hij behoort.
Iets wat het Leger of de discipline raakt, treft ook zijn persoon.
Het is onontbeerlijk voor de militaire opvoeding, dat de meer
dere in rang ook poid op den troep heeft. Kan men nu poid
op den troep hebben, zonder zich af en toe op te winden
En thans de waardeering door den troep zelf; heeft men het
daar niet veel liever om als militaire zondaar, met eenige krach
tige woorden, uit het compagniesbureau te worden gecomman
deerd, dan van den commandant, met dat effen gelaat, eenige
onaangename dagen bezorgd te krijgen
Een voorbeeld voor het gevaar van een verkeerde toepassing
van het sachlich zijn is, dat men als meerdere, in zijn ijver om
zijn persoonlijk misnoegen over het gedrag of houding van een
mindere in rang tegenover dezen te verbergen, den laatsten, die
tot hetzelfde garnizoen behoort als de meerdere, middels een
nota slechts wijst op zijn tekortkomingen.
Maar ook de klassieke School, heeft zijn verdienste en heeft
deze uit zijn „hedonischtisch princiep", een axioma die luidt „De
mensch zal, onder alle omstandigheden trachten de grootste hoe
veelheid voldoening te verkrijgen met de kleinste hoeveelheid
moeite", en uit een klein aantal beginselen, als basis, de zuilen
en 't gebint van hun indrukwekkend gebouw getrokken.
Ik twijfel er niet aan of ook het Ichhafte en Sachliche zal zijn
praktisch nut hebben.
Thans iets over het innig contact van den paedagoog met het
•op te voeden individu. Wanneer wij het individu werkelijk wen-
schen op te voeden zooals het zijn moet, hebben wij dan wel
eenig idee van dit innige contact.
Om U duidelijk de bezwaren te laten aanvoelen, is het weer
moodig U terug te voeren naar de economie.
1080