4. EEN MOEILIJK INDISCH PROBLEEM.
Over recruteering, opleiding en organisatie
der Europeesche Vrijwilligers Formatie.
door
M. H. P. J. PAULISSEN.
lsten Luitenant der Infanterie.
VOORWOORD.
Doel van dit betoog was oorspronkelijk, beknopt en in groote
lijnen na te gaan, welke de geëigenste organisatie der Euro
peesche Vrijwilligers Formatie zou zijn voor het door ons te
berde gebrachte vraagstuk onder B ad 4 van het artikel „EEN
MOEILIJK INDISCH PROBLEEM" verschenen in de Juniafleve-
ring van dit jaar.
Aangezien evenwel de gevonden oplossing hand in hand gaat
met de reeds veel becritiseerde, thans nog bestaande recruten-
en kaderopleiding, en bovendien door de op te werpen organi
satie ook het verlofsreglement in het gedrang raakt, zijn wij van
het oorspronkelijk plan moeten afwijken en zullen thans een en
ander nader in beschouwing nemen, voorzoover zulks voor het
verband wordt noodig geacht.
Uitdrukkelijk zij hieraan toegevoegd, dat het niet de bedoeling
is, met het volgend betoog een nieuwe opleiding en organisatie voor
het leger in zijn geheel te bepleiten, doch enkel en alleen die
der Europeesche Vrijwilligers Formatie in dergelijke banen te
leiden, in welks kader een geleidelijke overgang van koele
klimaten naar walmeren en het terugbrengen van den slechten
invloed der oudere kameraden tot de geringste proporties past.
Evenmin is het de bedoeling, de gevonden oplossing als de
meest geëigenste aan te prijzen, er zijn meerdere wegen die naar
Rome leiden, maar we zouden ons zeer gelukkig achten, indien
dit betoog aanleiding zou zijn voor andere troepenofficieren, die
eveneens in het probleem der Europeesche Vrijwilligers Formatie
belang stellen, om naar de pen te grijpen en hunne meening op
schrift te stellen, teneinde zoodoende dit zeer belangrijke vraag-
s tuk tot een goed einde te brengen.
Het jongst verschenen Wetenschappelijk Jaarbericht getuigt ook
van de belangrijkheid van dit vraagstuk. Wij lezen op blz. 82:
1085