Een antwoord op deze vraag kunnen wij vinden in het Simon- rapport. 1086 „Inderdaad is die verhouding (tusschen de Europeesche en Inheemscheaf- deelingenschr.) voor het Europeesche element zoodanig ongunstig, dat zich de vraag opdringt, of het geen aanbeveling verdient, deze verhouding te herzien door opvoering van het aantal Europeanen, hetgeen zou kunnen ge schieden door uitbreiding met een aantal Europeesche Compagnieën. Dit vraagstuk wint aan actualiteit, nu tengevolge van de nieuwe defensiegrond slagen, de Europeesche militie bij de hulpwapens zal worden ingedeeld en daardoor aan de Infanterie zal komen te ontvallen". Wij onderschrijven dit tenvolle, willen zelfs een andere vraag hieraan toe voegen nml. „Is het niet noodzakelijk dat het Europeesche element wordt opgevoerd voor de vreedzame ontwikkeling naar een zich zelfbesturend Indië?" „Het leger in Indië is niet slechts aanwezig ter bewaking van Buitenlandsche gevaren van een geheel bijzonder karakter, doch het wordt ook door geheel Indië gedistribueerd en zeer vaak gebruikt, voor het handhaven of herstellen van de Binnenlandsche orde en rust. In alle andere landen mogen de soldaten in vredesgarnizoenen eerst dan nuttig tot ingrijpen worden geacht, indien bij een Binnenlandsche rustverstoring blijkt, dat de politiemacht hiertegen niet is opgewassen, doch in Britsch-Indië is dit meer dan een bloote theoretische overweging. Normaal is een dergelijk optreden ook niet de bestemming van een leger en zeer zeker is het hiervoor niet georganiseerd. Voor Indië is dit echter heel iets anders. Hier worden de troepen vaak een jaar of langer ge bruikt, ter voorkoming van een Binnenlandsche wanorde en indien noodig haar te onderdrukken. Van de politiemacht, hoe bewonderenswaardig overi gens georganiseerd, kan niet verwacht worden, dat zij in elk zich voordoend geval den strijd kan aanbinden met de plotselinge en meestal heftige uit barsting van een troep waanzinnige geloofsfanatici. In verband hiermede is het in Indië, zoowel bij politiemacht als bij het leger vanzelfsprekend, dat hiervoor soldaten worden gebruikt". „Welke soort maatregelen moeten overwogen en ter zijner tijd genomen zijn voor de verdediging tegen een Buitenlandschen vijand en voor de Binnen landsche veiligheid, indien Britsch-Indië in de toekomst zelfbestuur krijgt?" „Den besten dienst in dit opzicht kunnen wij bewijzen, door, zoowel voor de beschouwingen van het Britsche Parlement als voor die van de Indische Politieke Leiders, welke ervoor te zorgen hebben, dat het legerbestuur een orgaan kan zijn van een zelfbesturend Indië, rond en onbevreesd uiteen te zetten de speciale hoofdlijnen van het Indisch-Militaire Probleem". „We hebben reeds medegedeeld, dat het gebruik van het leger voor het herstellen of handhaven van orde en rust, eerder toenemende dan afnemende is en dat hierbij steeds de vraag was naar Britsche troepen. De verhouding Britsche troepen tot die der Indische, toebedeeld voor dezen plicht is inderdaad in de laatste 25 jaren gestegen. De reden is natuurlijk, dat de Brit sche soldaat neutraal is en niet verdacht wordt van begunstiging der Hindoes ten opzichte der Mohamedanen en omgekeerd".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 52