Uit het bovenstaande mogen wij dus opmaken, dat, indien men voor Indië in de toekomst zelfbestuur voor oogen heeft, voordien reeds maatregelen dienen getroffen te worden, dat een sterk Europeesch contingent in de Iegerformatie aanwezig is. Aannemende dus, dat het aanbeveling zou verdienen, het Europeesche element op te voeren, dan vragen wij ons af „Hoe moeten wij alsdan aan het benoodigde aantal Europeanen komen In hetzelfde jaarbericht lezen we immers op dezelfde blz. Hierin verbetering te brengen, was het doel van ons artikel in het j. 1. verschenen Juninummer en in dit verband moet ook het volgend betoog worden opgevat. OPLEIDING. Aangezien uit al onze tactische voorschriften blijkt, dat de sectie de kleinste eenheid vormt voor de manoeuvre, welke uitsluitend is de verzekering van een onafgebroken beweging en 1087 Indië is een land, waarin de gekste en meest onwaarschijnlijkste verhalen van geweidaad of hoon zich met verbazende snelheid verspreiden en overal worden geloofd, en aangezien het meerendeel der rustvei storingen, waaarvoor het ingrijpen van het leger wordt noodig geacht, van onderlingen en gods- dienstigen aard zijn, is het logisch en onvermijdelijk, dat dit ingrijpen zeer autoritair en voor beide tegenstanders onpartijdig is. In dit verband is het dan ook een frappant feit, dat, niettegenstaande in de geregelde Iegerformatie in Indië de Britsche soldaten in de minderheid zijn van ongeveer 1 21 /2, de verhouding in de troepen, bestemd voor de handhaving van de Binnenlandsche orde en rust, ongeveer 8 Britsche op 7 Inheemsche soldaten is. Wanneer men dus voor Indië een toekomst voor oogen heeft, waarin inplaats van de be staande legerorganisatie het land verdedigd en gepacificeerd wordt door uit sluitend Inheemsche eenheden, zooals Canade steunt op Canadeesche troepen en Ierland op lersche, dan is het volstrekt noodzakelijk te realiseeren en te bedenken de omvang en hoedanigheid van het Indische Probleem voor Bin nenlandsche ordening en de rol, die thans de Britsche soldaat speelt in de vreedzame ontwikkeling van het gouvernement". „Het is duidelijk, dat de vreedzame eendrachtigheid van een zelfbesturend Indië aan een groot risico zou worden blootgesteld, indien het, voor het geval van het handhaven en herstellen van de Binnenlandsche orde en rust, enkel en alleen vertrouwde op Inheemsche troepen". „Kon bij de Inheemsche landaarden zonder veel moeite het benoodigde aantal recruten verkregen worden, anders was het gesteld met de werving van de Europeanen in Nederland. Deze bleek niet minder dan 181 man onder het benoodigd aantal (nml. 735)". „Doch moet het als een bedenkelijk verschijnsel worden aangemerkt, dat Nederland er niet in kan slagen in de huidige tijdsomstandigheden (malaise, werkeloosheid) een contingent van slechts 735 vrijwilligers uit te zenden".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 53