een onafgebroken vuur, en de juiste uitvoering hiervan voor het grootste deel zal afhangen van de geoefendheid van de sectie, hebben wij haar als uitgangspunt voor ons betoog genomen. M. a. w. zouden wij secties gevormd willen zien, die gedurende een geruimen tijd een eenheid vormen, niet gekweld door mutaties, welker manschappen elkaar volkomen leeren begrijpen en waar- deeren, zoodat zij door den band en het eenheidsgevoel in het gevecht weten samen te werken en elkander in hun onderscheidene functiën zoonoodig kunnen vervangen en helpen. Is dit te bereiken, dan zal voor wat betreft de geoefendheid het ideaal kunnen worden genaderd, omdat alsdan die sectie telkenjare opnieuw de geheele opleiding doorloopt. Bovendien zou nog het voordeel verkregen zijn, dat de zooveel besproken onrust in de veldbataljons door de tallooze noodzakelijke overplaatsingen (kaderopleiding, bijzondere betrekkingen, verlof enz.) hierdoor zou komen te vervallen. Dit alles sluit evenwel in, dat met het huidige systeem van recrutenopleiding, voortgezette opleiding bij de veldbataljons, kadervorming enz. moet worden gebroken. Zooals wij op blz. 303 en volgende van het Wetenschappe lijk Jaarbericht 1929 kunnen lezen, streven de Buitenlandsche tijdschriften bij de technische vorming van de recruten op de eerste plaats naar samenhang en nemen als basis het collectieve onderricht, daarnaast de individueele opleiding, terwijl zij alles, wat niet met het gevecht te maken heeft over boord willen zetten. Wij zijn deze meening niet toegedaan en willen het individueele onderricht, zooals dit thans voor het Depot-bataljon in het V.O. I staat voorgeschreven gehandhaafd zien. De groote fout, die naar onze meening aan het huidige systeem van opleiding kleeft, is, dat zij in tweeën wordt gebroken, nml. individueele opleiding bij het Depot-Bataljon, voortgezette op leiding bij het veldbataljon, terwijl deze laatste wel zeer gebrekkig moet zijn, gezien de groote onrust, die bij deze bataljons heerscht. Ons doel is dan ook een systeem te bepleiten, waarbij de ge broken opleiding komt te vervallen en zoowel de individueele 1088 V. O. I. punt 6 (1)„Het vormen van een hechten band tusschen alle militairen heeft niet alleen waarde voor het opleiden te velde, omdat daardoor een waarborg wordt verkregen, dat zij elkander onder alle omstandigheden steunen, maar komt uiteraard ook der opleiding en der oefening ten goede". R. I. 192: „Daar de opleiding van den enkelen man de grondslag is, waarop voor een zeer belangrijk deel de opleiding van de onderdeden tot het gevecht berust, moet aan eerstgenoemde opleiding de meest mogelijke zorg worden besteed". R. I. 194„Zou men zulks niet doen, dan kan moeielijk aan den eisch worden voldaan, dat de man begrijpt, in welk kader hij zijn handelingen heeft te verrichten".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 54