en die van het XIXde Bataljon te Malang voor de Ilde Divisie
te maken, m. a. w. de overige bataljons van de Divisies, waarbij
Europeanen gelegerd zijn, worden instede van door het Depot-
Bataljon, door genoemde Compagnieën aangevuld. Zoodra bij
de aanvullingscompagnieën een te kort van 44 manschappen ont
staan is, ontvangen zij van het Depot-Bataljon een aldaar nieuw ge
vormde sectie. Op deze wijze gaat men voort, totdat de compagnieën
van het XVde en van het XIXde geheel van nieuw gevormde
secties zijn voorzien. Daarna worden de Europeesche Compa
gnieën van het XlVde Bataljon te Buitenzorg en van het Hde Ba
taljon te Magelang de aanvullingscompagnieën van het restant
der Divisies. Zoodra een dezer compagnieën door de ontstane
mutaties een te kort heeft van 44 manschappen, ontvangen zij
een volledige sectie resp. van het XVde en het XIXde Bataljon,
deze laatste bataljons wederom van het Depot-Bataljon. Deze
secties moeten de eerst bij het XVde en het XIXde Bataljon
van het Depot-Bataljon ontvangen secties zijn. Zoodoende krijgt men
dus den door ons gewenschten overgang van de koelere naar
de warmere klimaten. Zijn de compagnieën van het XlVde en
het Ilde Bataljon eveneens voorzien van nieuw gevormde secties,
dan komen achtereenvolgens aan de beurt het XVlde Bataljon
te Meester-Cornelis en het L. H. XXIste Bataljon te Soerakarta,
het Xde te Weltevreden en het R.H. XXIste Bataljon te Djocjakarta.
Van verlof terugkeerende manschappen, die afgericht zijn volgens
het oude systeem, beginnen wederom bij het Depot-Bataljon en
doorloopen aldaar eerst de voortgezette opleiding.
Na verloop van tijd zullen dus alle Bataljons, die Europeesche
Compagnieën tot hunne formatie tellen, voorzien zijn van bij het
Depot-Bataljon volkomen afgerichte recruten en aldaar gevormde
secties. Een geregelde wisselwerking, zooals bijgevoegde schets
aangeeft, kan thans plaats hebben.
TOELICHTINGEN.
Met het bovenstaande kan niet worden volstaan, alvorens daarop
eenige toelichtingen zijn gegeven.
1. Ter verduidelijking dient te worden nagegaan, op welke wijze
het door ons noodig geachte percentage voor kaderaanvulling
en bijzondere betrekkingen verkregen werd.
Het gemiddelde percentage der mutaties, waardoor onge-
gradueerden aan de veldbataljons worden onttrokken, hetzij
door het overgaan naar bijzondere betrekkingen, hetzij voor
aanvulling kader of anderzins, bedroeg in de jaren '27, '28
en '29, 57 procent, terwijl dit percentage speciaal voor wat
betreft het overgaan naar bijzondere betrekkingen en aanvul
ling kader resp. 22% en 35% was. Vergelijken we de beide
laatste cijfers met de door ons daarvoor hierboven vermelden,
dan blijkt, dat deze 2/3 van het werkelijk percentage zijn.
1093