Nachtelijke oefeningen (R. I. Hoofdst. V, 2e onderdeel en G.V L Hoofdst. V a). Het gevecht in en om bedekte terreinen. (G. V. I. Hoofdst. V.b)., Voortgezette oefening, waarbij de eischen van granaatwerper als richtsnoer kunnen dienenvoorts toepassing daarvan bij de verschillende oefeningen in het terreinhet werpen met scherpe handgranaten. Het is een algemeen bekend verschijnsel, dat de afgerichte recruut na aankomst bij het veldbataljon in schietvaardigheid achteruitgaat. Men wijde dus in het bijzonder zijn aandacht aan dit onderdeel en trachte alles, wat een ongunstigen invloed op de schietopleiding uitoefent, te vermijden. Met het houden van aanslagoefeningen onder streng toezicht moet doorgegaan worden (V. S. I. deel I, punt 45). Wij hebben de gewoonte den man 10 minuten vóór het uitrukken aanslagoefeningen te laten doen. Bij de schoolschietoefeningen moet door de baancommandanten er terdege op gelet worden, dat de man uit onachtzaamheid of onverschilligheid geen principieele fouten maakt. Anders moet hij extra bijgewerkt worden. Voorts achten wij het van veel belang, dat de man vóór zijn overplaatsing naar de Buitengewesten reeds eenige gevechtsschiet oefeningen geschoten heeft. Zie R. 1. punt 201, en in het bijzonder alinea 3. Herhaling van het geleerde. Het graven van schutterskuilen. zal veelvuldig beoefend worden, zoowel in den aanval als in de verdedigingbij dit laatste vooral te letten op het opwerpen van: rugweringen. Verder zal het vervaardigen van hindernissen toege past bij de verdediging, ook moeten plaats hebben, alsmede het overwinnen en stuksnijden van hindernissen (draadversperringen, enz.) Zie voorts V. O. I. 33 c. Het handgemeen tegenover den enkelen man en tegenover groe pen van tegenstanders volgens V. G. S. I. Hoodstuk 11 D. Men verwaarlooze niet de beoefening van het handgemeen tegen vijan den, die bewapend worden met klewang èn rentjong, geweer met bajonet en lans met schild. Met in acht neming van het bepaalde in V. O.I. 9 en 34 en A. T. V. 90,93 en 9ö, willen wij den eisch stellen, dat het uithou- 1102 II. HANDGRANAATWERPEN. SCHIETOPLEIDING. SCHATTEN VAN AFSTANDEN EN OPSPOREN VAN DOELEN. PIONIEREN. GEVECHTSSCHERMEN. MARSCH- EN MEERDAAGSCHE OEFENINGEN.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 68