ad b. Het binnenblik is voor de militairen der in de Buiten gewesten patrouillerende brigades een ware uitkomst. Het moet m.i. een gelukkige gedachte van de bepakkingscommissie worden genoemd, dat zij deze zaak zoo practisch heeft ingezien. Alleen de zinsnede „vermeent zij geen bezwaren te mogen aanvoeren tegen het eventueel mede voeren van een binnenblik door den man", stelt ons niet gerust. Een van twee Het binnenblik is noodig, omdat de veldzak op patrouille, waarbij vele rivieren zullen moeten worden doorwaad onvolkomen beschut (oordeel der commissie) of zij beschut wel (hetgeen uit de gehouden proeven gebleken is niet juist te zijn). Welnu, indien het binnenblik noodig is, dan wordt het den troep op de Buitengewesten door de Intendance verstrekt. Het is m.i. niet goed te keuren, dat de menschen op patrouille worden gezonden met een ondeugdelijke veldzak, waarvan men weet dat de daarin, aan den man behoorende goederen niet veilig zijn opgeborgen. Voor het ontbreken van die veiligheid dient niet de drager van den veldzak maar de verstrekker verantwoordelijk te worden gesteld. Uit het bovenstaande moge blijken, dat zoowel voor Java als voor de Buitengewesten een waterdichte veldzak een eisch is. Kan aan dezen eisch worden voldaan M.i. wel en (een zeer voorname zaak) met geringe kosten. 1). Het is mij bekend, dat een der burgerambtenaren van het Departement van Oorlog zich sedert langen tijd voor deze kwestie interesseert, zoowel voor wat betreft het waterdicht maken van veldzakken, als van stoffen waaraan het leger dien eisch stelt in het algemeen. Bedoeld ambtenaar kwam na uitgebreide proeven en nauw keurig onderzoek tot een zeer goed voldoend en bruikbaar olieverfpreparaat, dat het daarmede bewerkte linnen beslist ondoordringbaar maakt voor water. De zeer eenvoudige samenstelling en toepassing van het preparaat (het met een kwast insmeren van de bestaande veldzakken) maakt het mo gelijk, dat de kosten miniem zullen zijn, te meer waar genoemd ambtenaar zijn waterdichtmakend middel belangeloos ter beschikking van het leger wil stellen. Een proef, welke in een laboratorium werd genomen, met het doel de ondoordringbaar heid van een met het preparaat bewerkt stuk linnen voor water te onderzoeken, heeft aangetoond, dat deze geïmpregneerde stof zelfs bij een driemaal zoo hooge waterkolom als normaal (20 cm.) voor die proef (gedurende 24 uur) wordt vereischt, geen water doorliet. Ook bleek uit andere proeven, dat bij afwisselend en lang durig blootstellen aan zonlicht en regen de waterdichtheid behouden bleef. Het komt alleszins gewenscht voor, dat het 1110

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 76