5. Verband en verbinding. Een Det. Verbind. P. komt te TJIBOERIAL 1. Ik ga met Co-groep en verk. patr. naar O. uitgang MADJA- LAJA, alwaar onderCn weder verzameld voor het ontvangen) van bevelen om 7.20 v.m. Mondeling aan: gat. c Cn cieën pel. 1 M. Verbind, br. Verk. patr. G. T. B. T. Bat. artsen Afschrift aan: Commando 2 ex. Majoor B. Iaat den luitenant-adjudant op den Det. C. P. achter, om het volgende bevel van den Det. C. over te brengen, door dezen maatregel kan de Bat.-C. bij ontvangst van dat bevel ook mondeling over de ontwikkeling van den toestand worden ingelicht. In den O. rand van MADJALAJA zendt de Bat. C. 1 k. gr. als eerste verk. patr. uit, met opdracht: „Verk. patr. No. 1 naar het ravijn van de TJI DJAGRAG. „Tusschen TJOEROEKDEDER (G 3) en PASIRAWI (G 2) overgangspunten „zoeken. Bericht naar MADJALAJA. „De patr. blijft aan de TJI DJAGRAG." Bovendien teekent majoor B. de opdracht met potlood op de kaart van den patr. C. aan. Deze noteert en herhaalt (No. 2, 7.03 v. m.). Toelichting. De Bat. C. is verplicht hoewel 1-1 R. I. nog niet in gevecht is verschillende maatregelen in het belang van het toekomstig op treden van zijn bataljon te nemen (Vgl. A.T. V. 160, G. V. I. 30). Majoor B. overweegt, dat zijn bataljon wel spoedig in O. richting zal moe ten afmarcheeren. Zoodra het terrein of den vijand belet, dat de karren vol gen, dan wel indien het bataljon geheel ontwikkeld moet worden en de onderdeelen dus de wegen moeten verlaten, zal munitie moeten worden uit gereikt (G. V. I. 54, 110, 131); van dit oponthoud kan dan tevens gebruik worden gemaakt om de veldflesschen te vullen. Tevoren evenwel zal het bataljon niet vereenigd kunnen blijven. Immers de vijand overnachtte met zijn voorste troepen op 12 km van het aanvangspunt van den marsch van 1-1 R. I. en is nu reeds in onze richting opgeruktartillerie-vuur is dus niet uitgesloten. Om het oponthoud bij uitgifte van munitie en drank aan de dan reeds eenigszins verspreide onder deelen zoo kort mogelijk te doen zijn, laat de Bat.C. reeds dadelijk z. v. m._ de betrokken voertuigen bij de onderdeelen marcheeren. Hoewel niet dadelijk aanraking met den vijand verwacht wordt, moet het bataljon toch tegen verrassingen zijn gevrijwaardook de niet voor het bevuren van luchtdoelen aangewezen k.m.'s moeten dus van de karrendit- sluit in, dat tevens de munitieransels door de k. m. groepen vervoerd* worden. Majoor B. oordeelt, dat hij zijn luitenant-adjudant nu wel voor korten tijd missen kan, terwijl het eveneens van veel belang is, dat hij over de verdere ontwikkeling van den toestand nauwkeurig ingelicht wordt vóór hij den marsch. ingaat. Den onderCn moet en kan gelegenheid worden gelaten hun troep in te lichten, aangezien majoor B. niet vóór het opgegeven tijdstip in staat zal zijn een nieuw bevel uit te geven. De eerste verkenningspatrouille moet nu uitgezonden worden, anders krijgt? deze onvoldoenden voorsprong op het bataljon en komen de berichten, 1114

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 80