1115
te laat. Moet 1-1 R. I. achter één der beide andere bataljons opmarcheeren
dan kunnen daarvan gegevens omtrent het terrein worden verkregen van
het terrein op den vleugel moeten echter in hoofdzaak zelfstandig gegevens
worden verzameld. s 6 s
uiNam^ki°mst van bevel 001 het bata'jon te verplaatsen (zie no. 11.
biz. 1022) kan majoor B. den opmarsch aan zijn onderCn in het terrein dat
hem van den vorigen dag niet geheel vreemd meer is aanwijzen;
1-1 K-1, MADJALAJA, 3-1-'31, 7 30 v.m
No. 3
BATALJONSBEVEL
voor de ontwikkeling.
1. Terrein.
™p,?n,muPaf NENGKELANG (F3) - TJIBOENGOER -
ijlf EUDJEUH 2 is geschikt voor karrentransport.
2. Het bataljon met het pel. M. verplaatst zich naar
het kg. complex TJIPAKOE 1 - TJIBOERIAL 1, en ontwikkelt
zich daarbij.
3. Verkenning.
Een patr. is vooruit ter verkenning van de overgangen over
de TJ1 DJAGRAG.
4. Uitvoering van deontwkkeling.
4e cie door TALOEN over NENGKELANG naar TJIPAKOE
1beveiligt in front. Onverwijld afmarsch.
Pel. M. en 2e cie volgen 200 m. achter de 4e cie
ondersch. naar SELA MAN DJ AH en kg. Z. daarvan2e cie
beveiligt R. flank.
Ie cie 200 m. achter 2e cie naar SELAMOELJAafmarsch
na het passêeren van de 3e cie.
3e cie steekt opgelost de sawah O. van MADJALAJA over
naar TJIBOERIAL 1; as van beweging de weg tusschen beide
genoemde kgs.; afmarsch onmiddellijk na de 2e cie.
Commando en verk. patr. aan den staart van de 4e cie.
5. Trein.
Rest G. T. vóór de laatste sectie van de le cie.
B. T. blijft ter plaatse.
6. Verband.
TJFPAKOE10!115' ln rnarseb^oe'en onderCn bij mij in
3e cie onderhoudt verband met I1I-I R. I.
Ik marcheer bij de 4e cie.
Bat. C.
Gedicteerd aan
Cn cieën
pel. 1 M.
Verbind, br.
Verk. patr.
G. T.
B. T.
Bat. artsen
Afschrift aan
Commando 2 ex.