„noeuvres de cette artillerie, a un officier de ce corps, qui peut- „être a son tour, faute d'avoir porté ses vues au dela de la „conduite niécanique de son canon, ne le disposera pas de facon „a remplir lobjet générale: ou enfin il contrariera, par ignorance „les dispositions de eet officier d'artillerie qui peut-être en aurait „fait de bonnes". Steeds meer en meer voelt men dan ook de behoefte, over en weer tot detacheering van officieren over te gaan. Op die wijze zal de gunstige toestand ontstaan, dat de infanterist weet, wat hi] van de artillerie kan vragen en omgekeerd de artillerist,' wat de infanterie in allereerste plaats noodig heeft. De infanterist zal dan begrijpen, dat de artillerie „en masse" behoort te werken en niet ieder oogenblik van doel kan verwisselen, dat hij zich dient te beperken in de veelvuldigheid van zijn vuuraanvragen. Hij stelle zich steeds de vraag: „Heb ik werkelijk art. steun noodigkan ik er niet buitenwettigt het doel het groote mu- nitieverbruik dat een vuur kost?" Het is dan ook gewenscht, dat b. v. een bataljons cdt. als norm geen steun vraagt rechtstreeks aan een art. cdt., doch dit, uitzonderingen daargelaten, steeds doet over zijn regts. cdt. Hetzelfde geldt uiteraard eveneens voor grootere verbanden. De bevoegdheid, rechtstreeks steun te mogen vragen, werkt ontijdig aanvragen en daarmede munitieverspilling in de hand. De inf. moet niet het onmogelijke van de artillerie vragen doch slechts het redelijke. Kan de infanterie het doen zonder art. steun, dan zijn er geenszins bezwaren tegen, integendeel, dat de artillerie tijdelijk niet vuurt. De infanterist moet weten! dat het tijd kost, de art. gereed te maken voor hare taak en hij moet daarop weten te wachten. Hij moet beseffen, dat, eenmeal steun aangevraagd, hij daarop moet wachten, om vuur in eigen troepen te ontgaan. De artillerist daarentegen moet weten, wat de infanterie met eigen middelen kan bereiken en hoe zij dat doet en tegen welke vijandelijke strijdmiddelen zij in de eerste plaats steun behoeft. Bovendien, de artillerist moet vertrouwen weten te geven in zijn kunnen. Detacheering van infanterieofficieren bij practische schiet oefeningen kan niet genoeg worden aanbevolen. b. Voortdurend contact tusschen inf. en art- cdt. in het gevecht. Niet genoeg waarde kan worden gehecht aan persoonlijk contact tusschen deze beide cdtn., zoodat, door een voortdurende uit— wisseling van gegevens, men onderling volkomen op de hoogte blijft. De Co. posten dienen derhalve zoo dicht mogelijk bij elk ander te worden genomen, waarbij de infanterist zich diene aan te passen aan den art. cdt., beperkt als deze is, in verband met zijn streven naar waarneming, in zijn keuze. In den aanval zal dit niet steeds kunnen geschieden. De Inf. Cdt. zal zich op een gege- 1042

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 8