1131 officieren eenige wenken te geven voor het oplossen van zeer verschillende vraagstukken die zich achtereenvolgens kunnen voordoen. Als voorbeeld van het gebruik van mitrailleurs lezen we het volgende„Op den weg van Xien-Khouang marcheerende in het gebergte ontdekten we aan de andere zijde van de vallei een groot Meo-dorp dat nog niet bezocht was. De kapitein Roux (tegenwoordig Luitenant kolonel) detachements-commandant, liet een mitrailleur naar voren komen, dien richten op het dorp en het vuur openen op 2500 m. terwijl ik waarnam met den kijker; het vuur viel te kort, waarop kapitein Roux zijn stuk richtte op 40 m. boven het dorp de kogels vielen er toen bovenop. Een snelvuur joeg de talrijke bewoners, die zeker niet konden begrijpen, van waar die regen van staal kwam, het bosch in" In hetzelfde nummer: Uti combat au Tafilalet: Kemkemia (12 juillet 1930)", kapitein Thiabaud. Geeft een beschrijving van een verdedigend gevecht van een Fransche troepenmacht, welke in heuvelachtig terrein een bivak had te verdedigen tegen een vijandelijken aanval. De Noorderface was daarbij bezet door 255 geweren, 1 sectie mitr., 2 kanonnen J. D. (compagnie du Ziz)de Noordoostface door ICO man hulp troepen; de Zuidoostface door 100 geweren, 1 sectie mitr. en 2 geweer mitrailleurs („7e goum") de Zuidface door 170 geweren, 1 sectie mitr., 2 kanannen J.D (compagnie de Guir); de Westface door 110 geweren, 1 sectie mitr. en 2 geweermitrailleurs (legioen). De aanval werd afgeslageneigen verliezen 4 dooden en 6 gewonden; vijand minstens 12 dooden en 13 ge wonden. „Het gevecht op den 12den Juli maakte een diepen indruk op Tafilalet. Het is een harde les die den tegenstander ontmoedigt, ons prestige verhoogt en onze politieke actie begunstigt. (De tegenstander telde 400 a 500 geweren). Eveneens in No. 202 van de Revue des troupes coloniales: Aperfii des opérations militair es en pays Bay a (in 1928/29,) luitenant Boutin. Geeft een exposé van drie ontmoetingen met de opstandelingen, de door hen toegepaste gevechtsmethoden en de tactiek daartegenover door de Fran- schen toegepast. De vijand was bewapend met pijlen en speren, gaf zich alleen bloot voor het werpen van deze laatste, wierp zich daarna neer in het dichte struikgewas, waarop voor het gevecht van man tegen man de aanval volgde. Na de eerste overvalling werden bevelen gegeven, waarbij werd bepaald: het verbod, behalve voor de voorhoede, om zonder bevel het vuur te openen; dat de hoofdmacht der colonne alleen mocht vuren met salvo's; dat de geweermitrailleurs „feux de fouille" zouden afgeven links en rechts van het pad het verbod om halt te houden, ten einde opstopping te voorkomen; dat de geweerdragenden bij het doorschrijden van ieder boschterrein, hun wapen in de hand moesten dragen. Journal of the United Service Instutions of India. No. 264. Juli 1931. „Operations on the Khajuti and Aka Khel Plains 1930/1931"majoor C. W. Toovey. Geeft een overzicht van de operaties welke noodzakelijk werden door de invallen van de Afridis in het Peshawar-district en zelfs in Peshawar zelf, gedurende den warmen tijd van 1930. De Khajuri en Aka Khel-vlakten liggen respectievelijk Zuidwest en Zuid van Peshawar en zijn van elkaar gescheiden door de Bara-rivier. Bara-fort ligt 7 mijl van Peshawar aan de rivier. „Het aantal mittrailleurs en lichte automatische wapens in de bataljons van tegenwoordig, vereenvoudigen zeer de bescherming van „frontier-camps". Vervlogen zijn de dagen dat het noodig was één man te hebben per yard op den omtrek. Aannemende dat er 's nachts genoeg posten zijn voor bewa king van de versperring, kan de eigenlijke verdediging voor een zeer groot deel worden overgelaten aan mitrailleurs en lichte automatische wapens. De dagen van kleine, samengedrongen brigade-kampen zijn voorbij, met uitzon dering misschien van die, welke bestemd zijn uitsluitend voor het doorbrengen van den nacht en wanneer hunne compactheid de werkzaamheden beperkt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 97