1132
voor het uitvoeren van graafwerk langs een grooten omtrek" (digging long
perimeters).
Eveneens in no. 264 van dit tijdschrift: Concerning fighting on the
North-Eastern frontiers of India", majoor Vickers. Wijst op het groote ver
schil, niet alleen wat betreft land en volk, maar ook wat betreft de wijze
van oorlogvoering op de Noordoostgrens in vergelijking met de Noordwest-
grens van India". Bij het bestudeeren van de krijgsgeschiedenis zal spoedig
blijken, dat „jungle fighting is an art which requires special study and training
of ensure success".
Gewezen wordt op het tiental wenken die worden gegeven voor de ver
plaatsing van een troep in colonne, voor ons overigens vele bekende klanken.
Algemeen.
Marineblad. 1 Mei 1931. „De actie voor Nederlands' eenzijdige weeerloos
heid, getoetst aan religieus-zedelijke, volkenbondr echter lijke en volkenr echter lijke
beginselen". (Lezing van den kapitein A.f. Maas gehouden in de algemeene
vergadering van de Marinevereeniging op Dinsdag 3 Maart 1931 in de Mari
neclub te Den Helder).
Behandeld vinden we: I. Leuzen, stroomingen, strijdwijzen. II. Het probleem
van den oorlog. III. De religieuze en zedelijke motieven voor ontwapening
en tegen landsverdediging. IV. Het volkenbondsrecht en het ontwapenings-
vraagstuk. V. Het volkenrecht en het ontwapeningsvraagstuk VI. Slotwoord,
waarin een korte samenvatting van het betoog en de eindconclusies ten
aanzien van de actie voor Nederland's eenzijdige weerloosheid.
Mavors. No. 6. Juni 1931. „De strjd op het binnenlandschef ront", luitenant
M. R. H. Calmeyer. Ontleend aan het werk van generaal Mordacq, militair
chef van het kabinet van Clémenceau, „Le ministère Clémenceau. Journal d'un
témoin". Besproken worden: a. Het persoonlijke voorbeeld, b. het voorbeeld
der autoriteiten, c. de strijd tegen de defaitisten. d. de strijd tegen de verste
kelingen e. het optreden tegen stakingen, f. de luchtbeschermingsdienst, g.
moeilijkheden met de volksvertegenwoordiging.
Mil. Wochenblatt. No. 48. Juni 1931. „Volkshrieg". Haalt als voor
beelden aan uit de krijgsgeschiedenis: 1878. Bosnië-Herzegowinade strijd
van Wellington in Spanje tegen Napoleon; de „Volkskrieg 1870".
De Volgende punten worden genoemd:
1. Inlichtingendienst. 2. Vertraging van den opmarsch door weg- en brug-
vernielingen. 3. Belemmering van de vijandelijke verkenning (moeilijker dan
vroegerj. 4. Verontrusting der vijandelijke troepen in de kwartieren. Aan
slagen met springstoffen of gasbommen. 5. Lijdelijk verzet. Weigering van
arbeid.
De Indische Gids. No. 7. Juli 1931. „De Inheemsche autocratie in Britsch-
Indië", Dr. li. O. Heyting. De „Native States", ruim 500 in getal, beslaan
een oppervlakte van 600.000 vierkante Engelsche mijlen en tellen 72 miljoen
zielen, d. i. 40% van geheel Britsch-Indië's gebied en 23% van de gansche
bevolking.
„De staten zijn te verdeelen in „protected states", „protected and garateed
states" en „vassalstates". Bij de eerste kan wegens de internationale wetten
of gebruiken de inmengging van de Britsche kroon plaats hebben, om huma-
niteitsredenen, ter bescherming van de rechten van de Engelschen of van
andeie vreemde volken, wanneer er gevaar bestaat voor een Britsch-Indische
provincie of naburigen staat onder protectoraat." „In iedere „Native State"
of groep van kleinere staten is een Britsch resident geplaatst met onderge
schikte Britsche ambtenaren onder zich, in hoofdzaak als diplomatieke agenten,
maar dikwerf bemoeien zij zich met zaken buiten hun arbeidsveld". Blijkens
officieele opvattingen is geen staat nu volkomen onafhankelijk.
The Asiatic Review. No. 19. 1931. (Juli). „Law and other in the new
India", Sir Reginald Clarke. „De Britsche officieren van de Indische politie,
ofschoon slechts 1400 in aantal in heel Indië, vormen het cement dat de ge-