Het vooraf horizontaal stellen van den vuurmond gaf gemid deld een tijdsbesparing van 5 seconden. Het mag niet als overdreven gunstig worden beschouwd, in dien wij als norm aannemen, dat de vuurmond in 15 seconden vuurbereid is. 7. Gevolgtrekkingen. Wat zegt ons nu deze tijd in betrekking tot de bestrijding van oen naderende pantserauto Hoewel de uiterste snelheid van de meest moderne pantser auto 80 km. per uur bedraagt, behoeft dit getal geen maatstaf te zijn, die snelheid wordt alleen gebruikt, als de vijandelijke pant serauto zich van ons af beweegt, want met een zoo groote snel heid is het niet meer mogelijk nog iets te verkennenen ver kennen blijft hoofdzaak voor dit wapen. Een snelheid van 40 km. per uur voor een pantserauto, die zich in de richting van den tegenstander beweegt, is wel een maximum, normaal ligt de snelheid tusschen 20 en 30 km. Dus op een snelheid grooter dan 600 m. per minuut behoeft niet gerekend te worden. D. w. z. dat wanneer wij een pantser auto op een afstand van 300 m. zien aankomen, wij nog 25 se conden den tijd hebben om hem 50 m. voor ons in elkaar te schieten, of wel de pantserauto krijgt op 150 m. van ons af het eerste schot, er bestaat dan dus ten overvloede nog de moge lijkheid om een tweede schot af te geven. Maar niet op iederen weg kunnen wij 300 m. voor ons uit zien, bochten en hellingen kunnen dit beletten, in vele gevallen zal de voorpatrouille tijdig kunnen waarschuwen, daarbij moet •dan gebruik worden gemaakt van een grondseinpistool, welke echter nog niet in de bewapening is opgenomen. De begroeiing kan evenwel dit verbindingsmiddel problematiek maken, geluid- seinen dringen ook in vele gevallen niet voldoende ver door. Is de toestand zoo ongunstig, dan moeten wij de toevlucht nemen tot een ander hulpmiddel (het terrein waarin de reeds aangehaalde toegepaste studie is opgezet, heeft geen bijzondere nadeelen, is over het algemeen zelfs gunstig, voor tijdige waarschuwing tegen naderend gevaar van vijandelijke pantserauto's), n. 1. bij het stuk 2 wielrijders (b.v. van de regimentspatrouille) indeelen, die zoo dra een afstand, welke kan worden overzien, kleiner wordt dan 300 a 400 m. tijdig naar voren worden gezonden, naar de bocht in den weg of het eindpunt van een helling en met een eenvou dig afgesproken vlaggensein waarschuwen zoodra zij de nadering ivan een vijandelijke pantserauto onderkennen. Het moet dan al een vreemde weg zijn als zoo de afstand tusschen de voorpa trouille en het stuk niet kan worden overzien. Tenslotte zij nog vermeld, dat ook het idee werd geopperd «om teribestrijding van pantserauto's gedurende den marsch, gebruik 19

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 19