De mogelijkheid was ook niet uitgesloten dat bij de oude slang
het canvas op den duur zou afslijten, hetgeen niet van directen
invloed op de gasdichtheid van de slang zou zijn, doch wel op
de soepelheid daarvan. De slang zou dan te soepel worden.
De oude slang heeft 28 ribbels, de nieuwe, hetgeen door een
andere constructie mogelijk was, 43, waardoor betere harmonica
werking verkregen wordt. De nieuwe slang is ongeveer 40 gram
zwaarder dan de oude, doch de uitwendige diameter bedraagt
instede van 38 bij de oude, 36 mm. bij de nieuwe slang.
7. Klembeugel.
De slang van het gasmasker A. wordt middels een touwwurging
aan de vullingbus bevestigd. Deze touwwurging werd vervangen
door een eenvoudigen klembeugel, waardoor de navolgende voor
deden verkregen worden.
a. Bij het desinfecteeren van de gasmaskergelaatstukken met
slang moet de bus, door de touwwurging los te maken, van de
slang verwijderd worden. Na het desinfecteeren moest de touw
wurging opnieuw aangebracht worden. Dit kost veel vakkennis en
tijd. Met behulp echter van een klembeugel kan de bus vlug
losgemaakt en wederom vlug aan de slang bevestigd worden.
b. Bij mobilisatie kunnen de oefenbussen onmiddellijk vervangen
worden door de oorlogsvullingsbussen, zonder eenig tijdverlies.
c. Het eventueel verwisselen te velde kan zeer vlug geschieden.
d. Bij het opbergen van de gasmaskers in de magazijnen kun
nen bus en masker apart opgelegd worden. (De bus op een
zoo droog mogelijke plaats, het rubbergelaatstuk liefst in een
vochtige atmospheer).
8. Gewijzigde ventielbeschermer.
Het kwam meermalen voor, vooral indien het uitademingsventiel
niet geheel zuiver recht gemonteerd was, dat bij normale en zeer
dikwijls bij versnelde ademhaling tijdens het uitademen het uit
ademingsventiel een onaangenaam blubberend geluid veroorzaakte.
Hoewel dit grootendeels door zeer zuiver monteeren van het
uitademingsventiel voorkomen kan worden bleek dit zelfs in de
practijk nog niet geheel afdoende te zijn. De 2de luit. der Genie
A. Maurenbrecher vermeende het bezwaar geheel te kunnen
oplossen door de zijwanden van den ventielbeschermer 8 mm.
naar beneden en naar elkaar toe te verlengen, zoodat de door-
laatopening van den ventielbeschermer voor het uitademingsventiel,
instede van 12 mm., ongeveer 5 mm. werd, waardoor een breede
spleet ontstond. Bij het uitademen drukt nu het opbollend
(trillingsbuik) rubbergedeelte van het uitademingsventiel tegen de
zijkanten van de spleet, waardoor het blubberen voorkomen
wordt. Aanvankelijk werd gevreesd dat door die drukking tegen
de zijkanten de uitademingsweerstand te veel verhoogd zou
24