worden, doch bleek dit bij de weerstandsbepaling niet het geval te zijn. De ventielbeschermer werd dan ook als voren aangegeven gewijzigd. De verlengstukken kunnen z n. zelf door den drager van het masker „bijgesteld" worden. 9. Gasmaskertasch. Teneinde de tasch in de ruststelling zonder bezwaar over den ransel te kunnen dragen werd de draagband van de gasmasker tasch 20 c.m. verlengd. Bij sommige korpsen bleek bij het dragen van de tasch in de ruststelling slijtage te ontstaan, eensdeels veroorzaakt door den patjolpik, die over de tasch gedragen op den scherpen boven kant van de oefenbus rust, anderdeels door het schuren tegen den voorzijkant van de tasch van het scherpe uitstekende ge deelte van de onderzijde van den klewang. Deze slijtage werd resp. verholpen door het aanbrengen van «en lederen belegstuk aan de binnenzijde van de tasch ter hoogte van den bovenkant van de bus en aan de buitenzijde van den voor-zijkant van de tasch. Bij den volgenden aanmaak zal het metalen raamtje in den bodem van de tasch vervangen worden door metalen oogjes en zal het touwtje, dat bij het dragen in alarmstelling gebruikt wordt dikker gemaakt worden (inplaats van 7.5 mm., 13 mm.) waardoor de kans op snijden in den rug bij de dunne uniform- kleeding h t l. minder wordt. 25

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 25