standigheden in verband met de sterkte der geheele troepenmacht de gezamenlijke sterkte (maar ook de samenstelling) van de voor de beveiliging bestemde afdeeling regelt. Punt 33 hinkt op twee gedachten, zeker als men het leest in verband met punt 63. Dat de (beveiligende) cavalerie DES- GEWENSCHT onder de bevelen gesteld wordt van den com mandant der beveiligingstroepen strookt niet met den algemeen erkenden regel, dat de commandant der beveiligingstroepen te al len tijde verantwoordelijk is voor die beveiliging. De beveiligende cavalerie dient m.i. immer onder zijn bevelen te staan. Terecht vermeldt 63, dat ALLE tot de voorposten behoorende troepenaf- deelingen (w. o. dus ook gebeurlijk cavalerie) onder de bevelen, gesteld worden van den voorposten-commandant. Ten aanzien van het vermelde in punt 36(1) valt het te be twijfelen of een marcheerende colonne, welke hare beveiligende cavalerie, ondersteund door wielrijders op 20 km. vooruit heeft, wat haar rechtstreeksche veiligheid betreft, gerust kan zijn. Tus- schen de voorste infanterieafdeeling en de beveiligende cavalerie toch, bevindt zich waarschijnlijk slechts een verbindingspatrouille, welke voor rechtstreeksche beveiliging der colonne onvoldoende moet worden geacht. Het zal dan ook zeker aanbeveling verdienen 1 peloton als cavalerie-spits tusschen de voorste infanterie en de op 20 km. marcheerende cavalerie achter te laten. Dit peloton cavalerie-spits komt eerst in volle actie, zoodra vijandelijke afdee- lingen door de mazen der vooruit beveiligende cavalerie zijn ge glipt dan wel zijn doorgebroken. Vóór dien is doorzoeking van elk ferreinvoorwerp niet gewenscht, omdat noodeloos te veel be slag zou worden gelegd op de krachten der paarden, welke voor later moeten worden gespaard, wanneer contact met den vijand zal zijn verkregen. In 45(1) wordt ons bekend gesteld, dat de voorhoede-(achter hoede-) commandant de indeeling en den marsch van de onder zijn bevelen gestelde troepen regelt. In verband met 89(1), waar wordt medegedeeld, dat onder marschorde moet worden verstaan de indeel'ing naar volgorde in de marschcolonne van de onder deden van eenig echelon, ware in 45(1) eenvoudig het woord marschorde te bezigen en dan ook hier en niet in een veel later volgend punt de omschrijving te geven van hetgeen onder marsch orde moet worden verstaan. De beste beveiliging tegen verkenning en aanvallen uit de lucht wordt verkregen door, 40(4), o.m. het aannemen van open for- matiën en het vermijden van overbodige bewegingen. Maar ook door de troepen te doen liggen, omdat hierdoor de scherfwerking- der bommen ten zeerste wordt verminderd. 29-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 29